Draai de stuurpen richting de aandrijfzijde van de fiets en til de
balhoofdafdekking vervolgens op.
Draai de klembout van de stuurbuis (E) aan tot 4 Nm/35 in-lbf met
behulp van een momentsleutel en 3 mm inbusbit.
Knijp met de fiets op de grond de voorrem dicht en beweeg de fiets
naar voren en achteren om na te gaan of het balhoofd goed op zijn
plaats zit en er geen speling aanwezig is. Als er speling aanwezig
is, draait u de klembout van de stuurbuis los en herhaalt u de
vorige stappen beginnend met het verhogen van de spanning op de
compressiebout van de bovenste kap.
Voor zowel de gewone stuurpen als het S-Works geïntegreerde
stuurpen- en stuursysteem, draai de stuurpenbouten (I) aan tot
5 Nm/44 in-lbf met behulp van een momentsleutel en een 4 mm
inbusbit.
23
Maak de klem van de stuurbuis (E) los voordat u aanpassingen
maakt aan de voorbelastingswaarde van het balhoofd (bovenste
kap en bout).
I
I
E
Verwijder de klemplaatbouten en de klemplaat met een 4 mm
inbussleutel.
Plaats het stuur tegen de stuurpen en draai het naar uw gewenste
positie. Draai de klemplaatbouten vervolgens losjes vast door de
klemplaat en in de body van de stuurpen.
Draai elke klemplaatbout ongeveer een halve omwenteling per
keer in een afwisselend (kruis)patroon vast met behulp van een
momentsleutel en een 4 mm inbusbit totdat elke bout tot 5 Nm/44 in-
lbf is vastgedraaid.
Controleer of het stuur juist is geïnstalleerd door het stuur te