Inhoudsopgave
Advertenties
Normaliter hoeft u geen aandacht te besteden aan de batterij en hoeft u deze ook niet op te laden. Een
batterij gaat echter niet eeuwig mee. Als de batterij leeg raakt, gaan de datum, tijd en configuratiegegevens
(waaronder ook de wachtwoorden) verloren. Er verschijnt dan een foutmelding wanneer u de computer
aanzet.
Raadpleeg de "Kennisgeving lithiumbatterij" in de Handleiding voor veiligheid, garantie en installatie voor
informatie over het vervangen en wegdoen van de batterij.
U verwisselt de batterij als volgt:
1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie "De kap van de computer verwijderen" op pagina 36.
3. Kijk waar de batterij zich bevindt. Zie "Onderdelen op de systeemplaat" op pagina 13.
4. Verwijder de oude batterij.
Figuur 18. De oude batterij verwijderen
5. Installeer een nieuwe batterij.
Figuur 19. Een nieuwe batterij installeren
6. Plaats de kap van de computer terug en sluit de kabels weer aan. Zie "Het vervangen van de onderdelen
voltooien" op pagina 76.
Opmerking: Wanneer de computer voor de eerste keer wordt aangezet nadat de batterij is vervangen,
kan er een foutbericht worden afgebeeld. Dit is normaal na het vervangen van de batterij.
7. Zet de computer en alle randapparatuur aan.
8. Gebruik het programma Setup Utility om de datum, tijd en eventuele wachtwoorden in te stellen. Zie
Hoofdstuk 7 "Werken met het programma Setup Utility" op pagina 89.
Volgende stappen:
• Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
• Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar "Het vervangen van de onderdelen voltooien"
op pagina 76.
.
Hoofdstuk 5
Hardware installeren en vervangen
43
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
