7. Gebruik
Algemene regels bij het zelf meten van de bloeddruk
• Om een zo zinvol mogelijk profiel te genereren over de
ontwikkeling van uw bloeddruk en om de vergelijkbaarheid
van de gemeten waarden te garanderen, moet u uw bloed-
druk regelmatig en altijd op dezelfde tijdstippen van de dag
meten. Het wordt daarbij aanbevolen de bloeddruk twee
keer per dag te meten: een keer in de ochtend nadat u bent
opgestaan en een keer in de avond.
• De meting moet altijd in fysieke rusttoestand uitgevoerd wor-
den. Vermijd daarom metingen op stressvolle momenten.
• Ten minste 30 minuten voor de meting mag u niet eten, drinken
of roken en geen lichamelijke inspanningen verrichten.
• Rust voorafgaand aan de eerste bloeddrukmeting altijd 5 mi-
nuten uit!
• Als u vervolgens nog meer metingen na elkaar wilt uitvoeren,
moet tussen de afzonderlijke metingen telkens minstens
1 minuut rust worden gehouden.
• Herhaal de meting wanneer u twijfelt over de gemeten waar-
den.
Manchet aanbrengen
• De bloeddruk kan in principe aan beide armen gemeten
worden. Bepaalde afwijkingen tussen de gemeten bloeddruk
aan de rechter- en linkerarm zijn fysiologisch en volkomen
normaal. U dient de meting altijd aan de arm met de hogere
bloeddrukwaarden uit te voeren. Raadpleeg daarom eerst uw
arts voordat u met de zelfmeting begint. Meet uw bloeddruk
voortaan altijd aan dezelfde arm.
• Het apparaat mag alleen met een van de volgende manchet-
ten worden gebruikt. Deze moet afhankelijk van de omtrek
van de bovenarm gekozen worden. Vóór de meting moet
met behulp van onderstaande indexmarkering gecontroleerd
worden of de manchet goed past.
Ref. No.
Omschrijving
163.388*
Standaardmanchet
163.387
XL-manchet
* in de standaardleveringsomvang inbegrepen
• Breng de manchet om de ontblote
bovenarm aan. De doorbloeding van
de arm mag niet worden belemmerd,
bijvoorbeeld door te strakke
kledingstukken.
• De manchet moet zo om de
bovenarm worden aangebracht dat
de onderste rand 2 tot 3 cm boven de
binnenkant van de elleboog en boven
de slagader ligt. De slang wijst daarbij
naar het midden van de handpalm.
• Steek het uitstekende uiteinde van de
manchet door de metalen beugel,
vouw eenmaal om en sluit de manchet
met behulp van de klittenbandsluiting.
De manchet moet strak, maar niet te
strak, worden aangebracht. Er moeten
nog twee vingers onder de gesloten
manchet passen.
10
Armomtrek
22-36 cm
35-44 cm