De maaihoogte instellen
Belangrijk:
Dit maaidek maait vaak ongeveer
6 mm lager dan een messenkooimaaier met
dezelfde instelling. Mogelijk moet u de instelling
van het maaidek met draaiende messen 6 mm
hoger instellen dan de instelling van een
messenkooimaaier in hetzelfde gebied.
Belangrijk:
U kunt beter bij de achterste
maaidekken door het maaidek van de tractor te
verwijderen. Als de machine is uitgerust met een
Sidewinder®, beweeg de maaidekken dan naar
rechts, verwijder het achterste maaidek en schuif
het naar rechts eruit.
1.
Breng het maaidek omlaag tot op de grond, zet
de motor af en verwijder het sleuteltje uit het
contact.
2.
Draai de bout los waarmee de maaihoogtebeugel
aan de maaihoogteplaat is bevestigd (aan de
voorzijde en de zijkanten); zie
3.
Begin aan de voorzijde en verwijder de bout.
Figuur 15
1. Maaihoogtebeugel
2. Maaihoogteplaat
4.
Verwijder het afstandsstuk terwijl u de
maaikamer ondersteunt
5.
Verplaats de kamer naar de gewenste
maaihoogte en plaats een afstandsstuk in de
bijbehorende maaihoogte-opening en de sleuf
(Figuur
16).
Figuur
15.
g011344
3. Afstandsstuk
(Figuur
15).
6.
Plaats de getapte plaat op één lijn met het
afstandsstuk.
7.
Draai de bout met de hand vast.
8.
Herhaal stap tot voor elke aanpassing.
9.
Draai alle 3 de bouten vast met een torsie van
41 N·m. Draai altijd eerst de voorste bout vast.
Opmerking:
3,8 cm moet u de maaihoogte mogelijk eerst op
een hoogte ertussenin instellen om klemmen
te voorkomen (bijvoorbeeld bij het veranderen
tussen de maaihoogte van 3,1 cm naar de
maaihoogte van 7 cm).
De interlockschakelaars
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
VOORZICHTIG
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van
de machine. Dit kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van
de interlockschakelaars en vervang
beschadigde schakelaars voordat u de
machine weer in gebruik neemt.
De interlockschakelaars zijn bedoeld om de machine
uit te schakelen als de bestuurder de stoel verlaat
terwijl het tractiepedaal is ingetrapt. De bestuurder
kan echter de stoel verlaten terwijl de motor loopt
en het tractiepedaal in
motor blijft lopen als de aftakas is uitgeschakeld
en het tractiepedaal niet is ingetrapt, raden wij u
met klem aan de motor af te zetten voordat u de
bestuurdersstoel verlaat.
Om de controleren of de interlockschakelaars
functioneren, moet u de volgende procedure
uitvoeren:
21
Figuur 16
Voor aanpassingen van meer dan
staat. Hoewel de
NEUTRAAL
g026184