20. Werking gasklep
Waarschuwing:
De gasklep is de hoofdveiligheid
van het toestel. Alle gastoevoer-
leidingen moeten vrij zijn van
vuil of ijzervijsel vooraleer het
toestel aangesloten wordt, dit om
een correcte sluiting te verzek-
eren.
21.
Luchtdrukverschilschakelaar
De luchtdrukverschilschakelaar zorgt ervoor dat voldoende verbrandingslucht is. De schakelaar voelt het drukverschil
tussen de negatieve druk in de rookgascollectorbox en de druk in de controlesectie. (Voor de positie van de schakelaar,
zie fi guur 11b). Wanneer het toestel koud is tijdens het opstarten, is de gemeten verschildruk op haar negatiefste niveau;
vanaf het moment dat het toestel en de inlaat- en afvoerpijpen opwarmen, wordt de gemeten verschildruk minder negatief.
Als een restrictie of een te lange pijp ertoe leidt dat de gemeten verschildruk onder de toegelaten waarde ligt, zal de
luchtdrukverschilschakelaar de hoofdbrander uitschakelen.
GEVAAR : een correcte plaatsing
van de toe- & afvoerpijpen zorgt
voor de veilige werking van het
toestel. Overbrug NOOIT de
luchtdrukverschil- schakelaar
en probeer NOOIT het toestel
te laten werken zonder dat de
rookgasventilator functioneert.
Dit kan leiden tot gevaarlijke
situaties.
22.
Maximaal thermostaten
Waarschuwing :
Overbrug nooit de maxi-
maal-thermostaten; dat zou
gevaarlijke situaties
tot
kunnen leiden
Figuur 20 : LC1
De hoofdgasklep wordt aangestuurd via de thermostaat en de branderautomaat. De
hoofdcontroleklep is van het diafragma-type, zorgt voor een geregelde gastoevoer
en is in de fabriek ingesteld.
De gasklep vraagt geen onderhoud behalve het voorzichtig verwijderen van
vuilopeenhopingen aan de buitenkant en controle van de bedradingsaansluitingen.
Instructies voor het testen van drukinstellingen vindt u in sectie 12.
Voor de afbeeldingen verwijzen wij naar fi g. 10.
Figuur 19
Alle toestellen zijn uitgerust met temperatuurgestuurde maximaalthermostaten.
Deze niet instelbare thermostaten worden in de fabriek afgeregeld. Het type LC3
onderbreekt de elektrische voeding naar de gasklep van zodra de insteltemperatuur
wordt overschreden. De maximaalthermostaten dienen als veiligheid in het geval
de motor uitvalt of bij een te geringe luchtstroom door inlaatrestricties. Als een
maximaalthermostaat vervangen moet worden, gebruik dan enkel onderdelen die
door de fabrikant goedgekeurd zijn voor het betreffende toestel.
Figuur 21 : LC3
Als de luchtdrukverschil-schakelaar ver-
vangen moet worden, gebruik dan enkel on-
derdelen die door de fabrikant goedgekeurd
zijn voor het betreffende toestel.
Figuur 22 : plaatsaanwijzing LC1/LC3
LC1
LC3
1605UDSA-4BENL/NLNL, Pag. 26/35