Voorgeprogrammeerde scenario's
De HeartSine PAD 500P Trainer bevat vier voorgeprogrammeerde trainingscenario's waaruit gekozen kan
worden. Alle voorgeprogrammeerde scenario's zijn gebaseerd op de AHA/ERC 2005 richtlijnen. Hieronder
staan gegevens over de vier voorgeprogrammeerde scenario's.
Scenario 1
1.
Instelmodus
2.
Gebruikersinterventie -
3.
Bewakingsmodus
4.
Schok toedienen nodig -
5.
Reanimatiemodus
6.
Bewakingsmodus
7.
Geen schok nodig.
8.
Reanimatiemodus
9.
Herhaal
Scenario 2
1.
Instelmodus
2.
Gebruikersinterventie -
3.
Bewakingsmodus
4.
Geen schok nodig.
5.
Reanimatiemodus
6.
Bewakingsmodus
7.
Schok toedienen nodig -
8.
Reanimatiemodus
9.
Herhaal
Scenario 3
1.
Elektroden
2.
Bewakingsmodus
3.
Controleer elektroden -
4.
Gebruikersinterventie -
5.
Bewakingsmodus
6.
Schok toedienen nodig -
7.
Reanimatiemodus
8.
Bewakingsmodus
9.
Geen schok nodig.
10.
Reanimatiemodus
11.
Herhaal
Scenario 4
1.
Elektroden
2.
Bewakingsmodus
3.
Schok toedienen nodig -
4.
Reanimatiemodus
5.
Bewakingsmodus
6.
Schok toedienen nodig -
7.
Reanimatiemodus
8.
Bewakingsmodus
9.
Geen schok nodig.
10.
Reanimatiemodus
11.
Herhaal
HeartSine PAD 500P Trainer Gebruikershandleiding
-
"Bel voor medische assistentie", "Trek aan de groene lip" etc.
"Elektroden" toets moet ingedrukt worden om te bevestigen
dat elektroden zijn geplaatst
-
"Analyse van het hartritme", "Raak de patiënt niet aan" etc.
Gebruiker moet op de schoktoets drukken
-
Gebruiker moet waar nodig met advies reanimatie toepassen
-
"Analyse van het hartritme", "Raak de patiënt niet aan" etc.
-
Gebruiker moet waar nodig met advies reanimatie toepassen
-
Stappen 6 t/m 8 tot de AAN/UIT- toets is ingedrukt
-
"Bel voor medische assistentie", "Trek aan de groene lip" etc.
"Elektroden" toets moet ingedrukt worden om te bevestigen dat
elektroden zijn geplaatst
-
"Analyse van het hartritme", "Raak de patiënt niet aan" etc.
-
Gebruiker moet waar nodig met advies reanimatie toepassen
-
"Analyse van het hartritme", "Raak de patiënt niet aan" etc.
Gebruiker moet op de schoktoets drukken
-
Gebruiker moet waar nodig met advies reanimatie toepassen
-
Stappen 6 t/m 8 tot de AAN/UIT- toets is ingedrukt
-
Het apparaat neemt aan dat de elektroden reeds zijn aangebracht
-
"Analyse van het hartritme", "Raak de patiënt niet aan" etc.
"Controleer elektroden"
"Elektroden" toets moet ingedrukt worden om te bevestigen dat
elektroden zijn geplaatst
-
"Analyse van het hartritme", "Raak de patiënt niet aan" etc.
Gebruiker moet op de schoktoets drukken
-
Gebruiker moet waar nodig met advies reanimatie toepassen
-
"Analyse van het hartritme", "Raak de patiënt niet aan" etc.
-
Gebruiker moet waar nodig met advies reanimatie toepassen
-
Stappen 3 t/m 10 tot de AAN/UIT- toets is ingedrukt
-
Het apparaat neemt aan dat de elektroden reeds zijn aangebracht
-
"Analyse van het hartritme", "Raak de patiënt niet aan" etc.
Gebruiker moet op de schoktoets drukken
-
Gebruiker moet waar nodig met advies reanimatie toepassen
-
"Analyse van het hartritme", "Raak de patiënt niet aan" etc.
Gebruiker moet op de schoktoets drukken
-
Gebruiker moet waar nodig met advies reanimatie toepassen
-
"Analyse van het hartritme", "Raak de patiënt niet aan" etc.
-
Gebruiker moet waar nodig met advies reanimatie toepassen
-
Stappen 5 t/m 10 tot de AAN/UIT- toets is ingedruktd
7