Bedrijf
Draadgeleidingsspi
ralen
Draadaanvoer
instellen
Instelling
afspoeldoorn
Standen lasspanning
Draadgeleidingsspiralen moeten aan de hand van de verschillende soorten
materiaal en de draaddiameter worden gekozen. Deze producten vindt u in de
REHM accessoire catalogus.
Daarnaast moeten de opmerkingen van de fabrikant van de laspistolen in acht
worden genomen (zie handleiding).
Voor een veilige draadaanvoer, moeten de volgende punten in acht worden
genomen:
De aanvoerrollen moeten passend bij de draaddiameter worden gekozen.
Een nauwkeurige toerentalregeling van de aanvoermotor zorgt voor een constante
snelheid bij de draadaanvoer.
Bij de 4-rollensystemen is een veilige draadaanvoer gegarandeerd.
Let op de juiste instelling van de druk van de aanvoerrollen op de draad. Bij
aluminium moet de druk zo laag mogelijk zijn maar een goede draadaanvoer nog
toelaten. Bij staal en RVS moet de druk zo hoog zijn dat de spoel bij draaiende
aandrijving nog met de hand kan worden gestopt.
LET OP: Tijdens lasbedrijf moet de zijwand die de toegang tot de draadaanvoer
beschermt absoluut gesloten zijn om gevaar voor letsel, bv. beknelling, te
voorkomen!
De snelheid van de draadaanvoer moet zo worden ingesteld dat een rustige en
stabiele vlamboog tot stand komt. Bij hogere instellingen van de lasenergie wordt
de draadaanvoersnelheid automatisch verhoogd en kan de snelheid met behulp
van de potmeter "Draadaanvoer" eventueel eenvoudig worden gecorrigeerd.
De rem van de afspoeldoorn moet zo worden ingesteld dat de draad niet van de
draadspoel valt wanneer de draadaanvoer aan het einde van het lasproces wordt
gestopt.
Het vermogen van de installatie wordt met de draaiknop "lasenergie" (en speciale
parameters) ingesteld. Het benodigde lasvermogen is afhankelijk van de resp.
lastaak.
Richtwaarden voor het verbruik van de lasdraad en de lasstroom en- spanning bij
een draaddiameter van 1,2 mm voor representatieve lastaken vindt u in de
onderstaande tabel:
Materiaal
Niet-gelegeerd
staal (Fe)
Niet-gelegeerd
staal (Fe)
Hoog-gelegeerd
staal
Aluminium
Materiaaldikte
Draadaan-
voersnelheid
mm
m/min
2,0 - 4,0
3,1– 4,6
8,0– 12,0
8,0– 9,8
2,0 - 4,0
3,6– 8,5
2,0 - 4,0
6,8– 11,6
Lasstroom
Lasspanning
A
V
125 - 169
19,5– 21,0
254 - 296
29,4– 30,9
122 - 252
15,7– 25,0
104 - 189
14,8– 21,3
61