Functiebeschrijving
8.3
Watercirculatiekoeling
Afhankelijk van de versie, zijn de SYNERGIC.ARC lasinstallaties standaard
uitgerust met een watercirculatiekoeling voor het laspistool.
8.4
Temperatuurbewaking van de
vermogenscomponenten
Bij
het
overschrijden
vermogenscomponenten transformator en transistorschakelaar, wordt de
lasstroom automatisch uitgeschakeld. Dit wordt aangegeven door middel van het
controlelampje
en een storingsmelding op het hoofdscherm. Na afkoelen van
de vermogenscomponenten wordt de installatie automatisch weer in de
bedrijfstoestand (zonder vermogen) teruggeschakeld.
8.5
Externe koeling van de vermogenscomponenten
De vermogenscomponenten van SYNERGIC.ARC lasinstallaties zijn ontworpen
voor een hoge bedrijfsveiligheid. Door zorgvuldige plaatsing van de koelventilator
en de vermogenscomponenten wordt een optimale warmteafvoer en een minimale
geluidsontwikkeling gerealiseerd.
8.6
Ventilator en waterpompschakelaar
De SYNERGIC.ARC lasinstallaties zijn, afhankelijk van de versie, uitgerust met
een dynamische ventilator- en waterpompschakeling. Bij het lassen worden de
ventilator en de waterpomp direct ingeschakeld. Na beëindigen van het lassen is
een nalooptijd van 7 minuten ingesteld. Deze kan in het submenu "Set-up" worden
veranderd. Daarna worden de ventilator en de waterpomp in stand-by geschakeld.
Hierdoor wordt de geluidsemissie verminderd en neemt de slijtage en het
energieverbruik af.
Om bij het begin van het lassen de juiste koeling te waarborgen, wordt de
waterpomp na het inschakelen van de hoofdschakelaar automatisch zo lang
ingeschakeld tot in de retourleiding 10 seconden lang water stroomt.
8.7
Polariteitskeuze voor zelfbeschermende
vuldraad
De SYNERGIC.ARC lasinstallaties zijn deels uitgerust met een keuzestekker voor
de polariteit. Voor het lassen met behulp van zelfbeschermende vuldraad, wordt
de stekker op de bus "MINUS" gestoken.
Voor het lassen met behulp van de MIG/MAG met vuldraad, wordt de stekker op
de bus "PLUS" gestoken. Let er op dat de stekker altijd goed is ingestoken om
mogelijke oververhitting te voorkomen.
van
de
maximale
temperatuur
van
de
49