(Als er een stroom van 1 mA of meer wordt gedetecteerd, beoordeelt het
instrument of dit het storingspunt is).
Druk op de Testschakelaar om een meting te starten. Als u tijdens een
•
meting op de F4- of ESC-schakelaar drukt, stopt de meting.
Het LCD toont de SPD-uitvalspanning (DCV) en ook de veronderstelde
•
alternatieve spanning (ACV).
De weergegeven ACV wordt bepaald door de volgende formule
ACV = DCV/ 1,4
Als er geen SPD-uitval is, toont het LCD-scherm ">1049V".
•
Uitsplitsing van
de spanning
(DCV)
Uitsplitsing van
de spanning
(ACV)
_________________________________________________________
10. LOOP (lus)/PSC/PFC
10.1 Meetprincipes
(1) Principes voor het meten van de impedantie van de foutlus en PFC
Als een elektrische installatie is beveiligd met overstroombeveiligingen, inclusief
stroomonderbrekers of zekeringen, moet de impedantie van de aardingslus worden
gemeten.
In het geval van een storing moet de aardinglekimpedantie laag genoeg zijn (en de
verwachte foutstroom hoog genoeg) om een automatische uitschakeling van de
elektrische voeding door de beveiligingsinrichting binnen een voorgeschreven
tijdsinterval mogelijk te maken. Elk circuit moet worden getest om ervoor te zorgen
dat de impedantie van de aardlekschakelaar niet hoger is dan de waarde die is
opgegeven of geschikt is voor de overstroombeveiliging die in het circuit is
geïnstalleerd.
De KEW 6516/6516BT neemt een stroom van de voeding en meet het verschil
tussen de onbelaste en de belaste voedingsspanning. Uit dit verschil kan de
lusweerstand worden berekend.
TT Systeem
Figuur 9-10 SPD metingsscherm
38