Afb.44
DUO- en TRIO verdeler
135
5
1
1
1
1
1
3
4
2
2
2
2
2
6
Afb.45
Schema met DUO-verdeler
1
1
4
6
6
8
8
Afb.46
Ketelweerstand
300
250
200
170
150
100
50
0
0
1
2
3
4
Q
7697087 - v.01 - 05062019
165
5
3
4
6
AD-4100134-02
4
9
14
10
12
13
11
AD-4100135-01
T = 20 K
5
6
6,5
7
8
9
10
[m
3
/h]
AD-0000857-02
DUO- en TRIO verdeler
1 Ketelaanvoer (Rp 1")
2 Ketelretour (Rp 1")
3 Installatieaanvoer (R 2")
4 Installatieretour (R 2")
5 Ontluchter (Rp 1/2")
6 Aftapkraan (Rp 1/2")
1 Ketelpomp
4 Veiligheidsklep
6 Terugslagklep
8 Handafsluiter
9 Ontluchter
10 Open verdeler (DUO- verdeler)
11 Aftapkraan
12 Installatiepomp
13 Expansievat
14 Aanvoervoeler (Klemvoeler of dompelvoeler)
Voor de opstelling van 2 of 3 Quinta Ace 45 – 65 wandketels hebben wij
speciale compacte open verdelers in ons programma, respectievelijk de
DUO- en TRIO-verdeler. Hierop kunt u de aanvoer en retour (1") van de
Quinta Ace 45 – 65 ketels rechtstreeks aansluiten. Boven en onderaan de
open verdeler zitten twee ( ½" binnendraad) aansluitingen voor het
plaatsen van een ontluchter en een aftapkraan. Voor de goede werking
daarvan moet de open verdeler verticaal gemonteerd worden.
7.1.4
Ketel- en installatiepompen
ΔP Ketelweerstand (mbar)
Q Debiet (m
3
/h)
De totale opbrengst van de installatiepomp(en) mag niet meer zijn dan de
gezamenlijke capaciteit Q van de ketelpompen. Anders pompt de
installatiepomp bij volle afname een deel van het installatie-retourwater
direct naar de installatieaanvoer. Hierdoor zal de aanvoertemperatuur
naar de installatie lager zijn dan de aanvoertemperatuur vanuit de ketels.
Daarnaast moet de te selecteren installatiepomp de waterzijdige
weerstand van de installatie kunnen overwinnen.
Belangrijk
Voor de is een pomp als accessoire leverbaar.
7.1.5
Terugslagklep
Monteer (veerbelaste) terugslagkleppen in de retourleidingen van de
ketels, om te voorkomen dat er water terugstroomt naar ketels die niet in
bedrijf zijn. Hierdoor wordt ongewenst warmteverlies voorkomen.
7.1.6
Overstortventiel en handafsluiters
Monteer in de aanvoerleiding tussen de handafsluiter en het toestel een
veiligheidsventiel ter beveiliging tegen een ontoelaatbare hoge druk. Sluit
het overstortventiel met een open verbinding aan op de condensafvoer.
7 Bijlage
57