P. ALGEMENE LASRICHTLIJNEN
De laswerkzaamheden moeten uitgevoerd worden door een gecertificeerd lasser met voldoende ervaring.
Bovendien moeten alle betrokken personen de geldende veiligheidsrichtlijnen naleven. Identificeer alle te
repareren barsten of te lassen zones na een grondige reiniging van het desbetreffende oppervlak. Verwijder de lak
en voer een penetrantenonderzoek of een magnetische partikeltest uit. De verwachte levensduur van de gelaste
plekken is afhankelijk van de kwaliteit van het werk en de aandacht voor details tijdens het lassen.
•
Draai de contactsleutel op de positie "OFF".
•
Verwijder de negatieve (-) kabel van de batterijpool om de stroomtoevoer uit te schakelen.
•
Bevestig de lasaarde binnen 1 m {3,3 ft} van het te lassen componenten.
Als de aardingskabel bevestigd wordt in de buurt van elektrische componenten/aansluitingen, kunnen deze
elektrische componenten/aansluitingen beschadigd worden.
•
Bevestig de aardingskabel in de buurt van de laszone. Bovendien moet de aangesloten kabel in dezelfde
laszone worden bevestigd.
•
Zorg ervoor dat er geen lagers of dichtingen tussen de lasaarde en de laszone zitten.
•
Bevestig de lasaardingskabel niet aan een nabije bevestigingspen en/of cilinder. Hierdoor wordt de coating
beschadigd.
•
Verwijder de lak van alle te lassen oppervlakken. Gelakte oppervlakken veroorzaken ongezonde dampen bij het
lassen.
•
Draag altijd beschermende kledij die geschikt is voor laswerkzaamheden en gebruik passende
beschermingsuitrusting voor de laswerkzaamheden worden uitgevoerd.
•
Voer het werk uit in een goed geventileerde omgeving.
•
Verwijder ontvlambare voorwerpen en houd een brandblusser binnen handbereik.
WAARSCHUWING
BRANDGEVAAR VERMIJDEN
- Zorg dat er bij de uitvoering van slijp-, verwarmings- of laswerkzaamheden steeds een volle brandblusser ter
beschikking staat.
- Verwijder olie en/of ontvlambare materialen van alle te snijden oppervlakken.
- Bescherm alle ontvlambare delen en oppervlakken tegen vonken en/of vlammen.
Voer het werk uit in een goed geventileerde omgeving.
- Houd vonken en vlammen uit de buurt van lak en/of oplosmiddelen.
- Houd vonken en vlammen uit de buurt van cilinderstangen, dichtingen, elektrische berading en/of hydraulische
slangen.
Q. RUPSSPANNING
•
Het vet in het rupsspanmechanisme stat onder
exterme druk en kan de huid doorboren en ernstige
letsels veroorzaken.
Houd het gezicht en lichaam uit de buurt van de
smeernippels.
•
Draai de smeernippel niet meer dan één slag los.
Als het vet niet vrijgegeven wordt na één slag van
de smeernippel, neemt u a.u.b. contact op met onze
verdeler.
Copyright©2018 Kobelco Construction Machinery Co.,Ltd. All rights reserved. [S2LF00021NL12] [1005CsCsspWbYs]
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1-35
YN20T01813P1
1