B. Motorolieniveau controleren en indien nodig bijvullen
WAARSCHUWING
Onmiddellijk na het uitschakelen van de motor kunt u brandwonden oplopen door hete motor delen of hete olie.
Wacht tot de motor afgekoeld is voor u de volgende stappen uitvoert.
BELANGRIJK
- Zorg ervoor dat de machine op een vlakke ondergrond staat als u het oliepeil controleert.
- Controleer het motorolieniveau altijd voor u de motor start.
- Als het oliepeil na het werk wordt gecontroleerd, moet de motor voor de controle minstens 30 uitgeschakeld zijn.
1. Open de motorkap.
2. Trek de peilstok (G) uit en veeg de olie weg met een
schone doek.
3. Steek de peilstok (G) helemaal in het oliecarter.
4. Het oliepeil moet tussen de markeringen H - L op de
peilstok (G) staan. Als het oliepeil onder de
markering L staat, moet u olie bijvullen via de
olievulopening (F).
Als de olie gecontamineerd of verontreinigd is,
ververst u het voor het vastgelegde
olieverversingsinterval.
Raadpleeg "4.3 SPECIFICATIES
SMEERMIDDELEN, BRANDSTOF &
KOELVLOEISTOF" in hoofdstuk 4 voor meer
informatie over de te gebruiken olie.
5. Als het oliepeil de markering H overschrijdt, tapt u
overtollige olie af via de aftapopening (P)
en controleert u het oliepeil opnieuw.
6. Als het oliepeil correct is, steekt u de peilstok (G) in
de opening, sluit u de motorkap en vergrendelt u
deze met de contactsleutel.
Copyright©2018 Kobelco Construction Machinery Co.,Ltd. All rights reserved. [S2LF00021NL12] [1005CsCsspWbYs]
3. WERKEN MET DE MACHINE
F
P
3-5
3
G
H
L