3. Controleer de indicator (4) op de batterij, zorg ervoor
dat deze altijd op de blauwe status staat. De rode of de
witte status wijzen op een te laag peil van de batterij-
vloeistof en de slechte lading van de batterij.
4. Verwijder de doppen van de batterijcellen (5) en voer
een visuele controle van het elektrolytpeil (zuur) uit.
Het correcte peil is 10 tot 15 mm (0,4 tot 0,6 inch)
boven de platen.
5. Reinig de ventilatie-opening van de batterijdop en trek
de top (5) goed vast.
6. Breng de afdekking aan (3) met de bouten.
7. Verwijder de beugel, sluit de deur (1) en vergrendel
deze met de sleutel.
A: Batterij
B: Bovenste
C: Onderste
D: Celplaten
Instructies
-Reinig de batterijpool en breng vet of roestpreventiespray aan.
-Doe een beroep op een gespecialiseerd bedrijf voor de verwijdering van oude batterijen.
-Gebruik geen oude batterij samen met een nieuwe batterij. Daardoor kan de levensduur van de batterij worden
gereduceerd. Vervang beide batterijen indien nodig altijd tegelijk.
A.2 Relatieve dichtheid van batterijvloeistof meten
Daar de relatieve dichtheid van de batterijvloeistof afhankelijk is van de vloeistoftemperatuur, moet de dichtheid
binnen het in de tabel aangegeven bereik worden gehouden.
Als de relatieve dichtheid onder de ondergrens ligt, moet de batterij worden opgeladen.
Omgevingstemperatuur
20 °C
Laden
(68 °F)
100 %
1,28
90 %
1,26
80 %
1,25
75 %
1,24
Instructies
Meet de relatieve dichtheid van de batterij niet onmiddellijk na gebruik, maar bij normale omgevingstemperatuur.
Copyright©2018 Kobelco Construction Machinery Co.,Ltd. All rights reserved. [S2LF00021NL12] [1005CsCsspWbYs]
(goede toestand)
10 ~ 15 mm
0 °C
-20 °C
(32 °F)
(-4 °)
1,29
1,31
1,28
1,29
1,26
1,28
1,25
1,27
4-35
4. ONDERHOUD
(vloeistof bijvullen) Batterijvloeistof
BLAUW
ROOD
ROOD
WIT
4
5
WIT
ROOD
A
B
C
D
4