Verpakking
Transport
Transportinspectie
Opslag
Opslag- en transporttem-
peratuur
Tillen en dragen
Flenzen
VEGASWING 63 • Transistor (NPN/PNP)
den gedetecteerd. Bij media met lagere dichtheid kan het instrument
worden aangepast.
Op de elektronica vindt u de volgende aanwijs- en bedieningsele-
menten:
•
Controle-LED voor indicatie van de schakeltoestand (groen/rood)
•
DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling
•
Bedrijfsstandenomschakeling voor de keuze van het schakelge-
drag (A/B)
3.4
Opslag en transport
Uw instrument werd op weg naar de inbouwlocatie beschermd door
een verpakking. Daarbij zijn de normale transportbelastingen door
een beproeving verzekerd conform ISO 4180.
Bij standaard instrumenten bestaat de verpakking uit karton, is milieu-
vriendelijk en recyclebaar. De sensor is bovendien voorzien van een
beschermkap van karton. Bij speciale uitvoeringen wordt bovendien
PE-schuim of PE-folie gebruikt. Voer het overblijvende verpakkings-
materiaal af via gespecialiseerde recyclingbedrijven.
Het transport moet rekening houdend met de instructies op de trans-
portverpakking plaatsvinden. Niet aanhouden daarvan kan schade
aan het instrument tot gevolg hebben.
De levering moet na ontvangst direct worden gecontroleerd op volle-
digheid en eventuele transportschade. Vastgestelde transportschade
of verborgen gebreken moeten overeenkomstig worden behandeld.
De verpakkingen moeten tot aan de montage gesloten worden
gehouden en rekening houdend met de extern aangebrachte opstel-
lings- en opslagmarkeringen worden bewaard.
Verpakkingen, voor zover niet anders aangegeven, alleen onder de
volgende omstandigheden opslaan:
•
Niet buiten bewaren
•
Droog en stofvrij opslaan
•
Niet aan agressieve media blootstellen
•
Beschermen tegen directe zonnestralen
•
Mechanische trillingen vermijden
•
Opslag- en transporttemperatuur zie "Appendix - Technische
gegevens - Omgevingscondities"
•
Relatieve luchtvochtigheid 20 ... 85 %.
Bij een gewicht van de instrumenten meer dan 18 kg (39,68 lbs) moe-
ten voor het tillen en dragen daarvoor geschikte inrichtingen worden
gebruikt.
3.5
Toebehoren
Schroefdraadflenzen staan in verschillende uitvoeringen ter beschik-
king conform de volgende normen: DIN 2501, EN 1092-1, BS 10,
ASME B 16.5, JIS B 2210-1984, GOST 12821-80.
3 Productbeschrijving
9