Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Veiligheid; Transport En Opslag - Wilo CONTROL BOX CE+ Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

Nederlands
1. Algemeen
1.1 Betreffende dit document
De inbouw- en bedieningsvoorschriften maken
deel uit van het product. Zij dienen altijd in de
buurt van het product aanwezig te zijn. Het nale-
ven van deze instructies is dan ook een vereiste
voor een juist gebruik en de juiste bediening van
het product.
De inbouw- en bedieningsvoorschriften zijn in
overeenstemming met de uitvoering van het
apparaat en alle van kracht zijnde veiligheids-
technische normen op het ogenblik van het ter
perse gaan.

2. Veiligheid

Deze gebruikshandleiding bevat basisrichtlijnen
die bij de montage en bij de bediening dienen te
worden nageleefd. De gebruikshandleiding dient
dan ook vóór de montage en de ingebruikname
door de monteur en de gebruiker te worden
gelezen.
Niet alleen de algemene veiligheidsinstructies in
de paragraaf "Veiligheid" moeten in acht worden
genomen, ook de specifieke veiligheidsinstruc-
ties in volgende paragrafen, aangeduid met een
gevarensymbool.
2.1 Aanduiding van aanwijzingen in de gebruiks-
handleiding
Symbool:
Algemeen gevarensymbool
Gevaar vanwege elektrische spanning
AANWIJZING: ...
Signaalwoorden:
GEVAAR!
Acuut gevaarlijke situatie.
Het niet naleven leidt tot de dood of tot zeer
zware verwondingen.
WAARSCHUWING!
De gebruiker kan (zware) verwondingen oplo-
pen. "Waarschuwing" betekent dat (ernstige)
persoonlijke schade waarschijnlijk is wanneer
de aanwijzing niet wordt opgevolgd.
VOORZICHTIG!
Er bestaat gevaar voor beschadiging van het
product/de installatie. 'Voorzichtig' verwijst
naar mogelijke productschade door het nietna-
leven van de aanwijzing.
AANWIJZING:
Een nuttige aanwijzing voor het in goede toe-
stand houden van het product. De aanwijzing
vestigt de aandacht op mogelijke problemen.
2.2 Personeelskwalificatie
Het personeel voor de montage en de inbedrijf-
stelling moet over de juiste kwalificatie voor
deze werkzaamheden beschikken.
2.3 Gevaren bij de niet-naleving van de veilig-
heidsaanwijzingen
De veronachtzaming van de veiligheidsvoor-
schriften kan een risico voor personen en pro-
duct/installatie tot gevolg hebben. Het niet
30
opvolgen van de veiligheidsrichtlijnen kan leiden
tot het verlies van elke aanspraak op schadever-
goeding.
Meer specifiek kan het niet opvolgen van de vei-
ligheidsrichtlijnen bijvoorbeeld de volgende
gevaren inhouden:
• Verlies van belangrijke functies van de pomp/
installatie,
• Voorgeschreven onderhouds- en reparatie-
procédés die niet uitgevoerd worden,
• Gevaar voor personen door elektrische, mecha-
nische en bacteriologische werking,
• Materiële schade
2.4 Veiligheidsaanwijzingen voor de gebruiker
De bestaande voorschriften betreffende het
voorkomen van ongevallen dienen te worden
nageleefd.
Gevaren verbonden aan het gebruik van elektri-
sche energie dienen te worden vermeden.
Instructies van plaatselijke of algemene voor-
schriften [bijv. IEC en dergelijke], alsook van
het plaatselijke energiebedrijf, dienen te worden
nageleefd.
2.5 Veiligheidsaanwijzingen voor inspectie- en
montagewerkzaamheden
De gebruiker dient er voor te zorgen dat alle
inspectie- en montagewerkzaamheden worden
uitgevoerd door bevoegd en bekwaam vakperso-
neel, dat door het bestuderen van de gebruiks-
handleiding voldoende geïnformeerd is.
De werkzaamheden aan het product/de installa-
tie mogen uitsluitend bij stilstand worden uitge-
voerd.
2.6 Eigenmachtige ombouw en vervaardiging van
reserveonderdelen
Wijzigingen in het product/de installatie zijn
alleen toegestaan na overleg met de fabrikant.
Originele onderdelen en door de fabrikant toege-
stane hulpstukken komen de veiligheid ten
goede. Bij gebruik van andere onderdelen kan de
aansprakelijkheid van de fabrikant voor daaruit
voortvloeiende gevolgen vervallen.
2.7 Ongeoorloofde gebruikswijzen
De bedrijfszekerheid van het geleverde product/
de installatie kan alleen bij gebruik volgens de
voorschriften conform paragraaf 4 van de
inbouw- en bedieningsvoorschriften worden
gegarandeerd. De in de catalogus/het gegevens-
blad aangegeven boven- en ondergrenswaarden
mogen in geen geval worden overschreden.

3. Transport en opslag

Controleer het product bij ontvangst direct op
transportschade. Als u schade vaststelt, meld dit
dan onmiddellijk het transportbedrijf.
VOORZICHTIG! Als het materiaal op een later
tijdstip moet worden ingebouwd, moet het op
een droge plaats worden opgeslagen. Het product
dient te worden beschermd tegen stoten/slagen
en externe invloeden (vocht, vorst enz.).
Het apparaat voorzichtig behandelen.
WILO SE 09/2008

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave