Vaststellen van een lek in de installatie
(breuk in de kanalisatie van de installatie)
Als de door de drukverhogingsinstallatie gele-
verde druk langer dan 60 s lager is dan 20 % van
de lagedruk, worden alle pompen uitgeschakeld.
- Activering van de storingsmelding
- Err-prs weergegeven
- Handmatig terugzetten van de uitval door alle
schakelaars op 0 – reset te zetten.
Pomptest
- Modus functietest (DIP-schakelaar positie Run-
test ON, fig. 3, 4):
De test wordt om de 6 uur bij een andere pomp
uitgevoerd. Inbedrijfname van elke pomp gedu-
rende 15 seconden. Na elke pomptest controleert
de installatie, of de installatiedruk zich duidelijk
boven de maximale druk bevindt en de opge-
nomen stroom van de motor groter is dan 0,5 A
(behalve toestellen met motorveiligheidsrelais).
Als de test voor een pomp een negatief resultaat
heeft, wordt de storing Err-Tst weergegeven
en het toestel activeert de algemene storings-
melding. Om een uitvalfunctietest te wissen, zet
u de draaischakelaar op de positie 0-reset van de
uitgevallen pomp.
Droogloopbeveiliging
De vaststelling van het watergebrek is vertraagd
(20 s). Deze functie is onafhankelijk van de
bedrijfssituatie van het toestel geactiveerd.
Storingsmelding
De storingsmelding is geactiveerd, als één van de
volgende storingen optreedt:
- vaststelling van een uitgevallen fase
(net of motor)
- magneetveiligheidsschakelaar (behalve toe-
stellen met motorveiligheidsrelais)
- overbelasting van de motor
- stroom van de motor kleiner dan 0,5 A (behalve
toestel met motorveiligheidsschakelaar)
- watergebrek
- lek in de installatie
- gescheiden kabel van de drukgever
functietest negatief
6.2.2 Ingangen/uitgangen - fig. 4
1 Druk genereren (4–20 mA): een analoge ingang
aan de besturingselektronica maakt de aan-
sluiting van een druksensor 4-20 mA mogelijk.
2 Afstandsbesturing (Ext. Off): met de afstands-
besturing (verbreekcontact, normaliter gesloten
contact) kunnen de pompen van de druk-
verhogingsinstallatie geheel worden uitge-
schakeld, voor deze gever is een in-/uit-/ingang
ontworpen.
3 Watergebrek (Dry): een drukschakelaar (maak-
contact, normaliter open contact) of een vlotter
beschermt de drukverhogingsinstallatie tegen
drooglopen; voor deze gever is een in-/uit-
ingang ontworpen.
Deze functie is onafhankelijk van de bedrijfs-
situatie van het toestel geactiveerd.
De herinschakeling van de drukverhogingsinstal-
latie vindt plaats met een tijdvertraging van 6 s
na sluiten van het contact (water-retour).
WILO SE 09/2008
WILO SE 09/2008
4 Storingsmelding (SSM): een potentiaalvrije uit-
gang (maakcontact, normaliter open contact;
250V ; 5A) maakt de storingsmelding van de
drukverhogingsinstallatie mogelijk.
Bij toestellen met motorveiligheidsrelais
5 Wikkelingsveiligheidscontact: het wikkelings-
veiligheidscontact maakt aansluiting van een
PTC-contact (Klixon) van de motor mogelijk,
voor deze sensor is een in-/uit-ingang ont-
worpen.
6 RUN-signaal: een potentiaalvrije uitgang
(normaliter open contact; 250 V; 5 A) maakt de
storingsmelding van de drukverhogingsinstallatie
mogelijk.
6.2.3 Aanduiding - fig. 2
Informatie over de drukverhogingsinstallatie
1 Spanning: indicatie van het netspanningdeel
(LED continu geel)
2 Watergebrek: indicatie watergebrek
(LED continu rood)
3 Indicatie: 3x7-segment-indicatie
Permanente indicatie van de gewenste druk. De
weergegeven gewenste druk is het gemiddelde
van de instellingen van hoge- en lagedruk.
Indicatie knippert bij wijziging van de instellingen
van de waarden:
- instelling hogedruk (PHi)
- instelling lagedruk (PLo)
- instelling nalooptijd na uitschakeling van de
basislastpomp (dtp)
- instelling van het druksensortype (SEn)
Indicatie uitval:
- Err-Prs: uitval druk < 20 % van de gewenste
lagedruk
- Err-Sen: losgekoppelde druksensorkabel
- Err-tSt: uitval functietest (Run-test) van de
pompen.
Informatie over de pomp
4 Pomp ingeschakeld: indicatie van de ingescha-
kelde pomp (LED continu groen in automatisch
bedrijf en knippert in handbedrijf).
5 Indicatie uitval pomp (rode LED knippert 5 s bij
vaststelling van de uitval, vervolgens brandt deze
continu).
- Geen motorverbruik.
- Magneetveiligheidsschakelaar (Motor-kort-
sluiting).
- Warmtebeveiliging (overbelasting van de motor).
Nederlands
Nederlands
33