U kunt ervoor kiezen om sommige, geen of al deze gesprekstypen in het log te laten
vastleggen.
Opmerking:
Raadpleeg
Opmerking:
het weergeven van het logoverzicht.
Opgeven welke gesprekstypen in het oproeplog moeten worden weergegeven
1. Druk in het beginscherm op de softkey Optie.
Het optiescherm wordt weergegeven.
2. Druk op de functietoets Log-setup.
Het setupscherm voor het log wordt weergegeven. De huidige instelling voor het
geselecteerde item (Ja/Nee) is onderstreept.
3. Druk op de van toepassing zijnde toets aan de rechterkant van het scherm. Druk
bijvoorbeeld op functietoets 4 om het oproeptype Beantwoord te selecteren en wijzig de
instelling voor Ja/Nee door één keer op de toets te drukken.
4. Doe een van het volgende:
Om de zojuist gemaakte selecties op te slaan, drukt u op de softkey Opsl. U hoort een
bevestigingstoon en u komt weer terug in het optiescherm.
Om terug te keren naar het optiescherm zonder uw vermeldingen op te slaan, drukt u op
de softkey Annul.
Om terug te keren naar pagina 1 van het beginscherm zonder uw vermeldingen op te
slaan, drukt u op
Opmerking:
Als u op de softkey Opsl. drukt, worden alle vermeldingen die niet overeenkomen
Opmerking:
met de door u opgegeven oproeptypen verwijderd uit het oproeplog.
Wissen
In het derde optiescherm kunt u sommige of al uw persoonlijke instellingen wissen. Vanuit dit
scherm kunt u de volgende instellingen wissen:
alle vermeldingen die in uw snelkeuzelijst zijn opgeslagen
alle vermeldingen die in uw oproeplog zijn opgeslagen
alle aangepaste labels van lijn-/functietoetsen
opties zoals Belpatroon, Knipp. berichtlampje, Telefoonscherm weerg. en In Snelkiezen
blijven
Opmerking:
De instelling voor het contrastniveau wordt niet gewijzigd.
Opmerking:
De schermen van het oproeplog
.
Persoonlijke opties selecteren
op pagina 30 voor informatie over
Versie 1 November 2004
47