11.7 "Alarm" menu
Met behulp van de alarmfunctie, kan de meetwaarde
worden bewaakt en vergeleken met het toegestane
bereik.
Wanneer de meetwaarde de grenswaarden van het
meetbereik overschrijdt, wordt een alarm geacti-
veerd.
•
Het alarmrelais wordt gedeactiveerd na de gese-
lecteerde alarmvertragingstijd.
•
Wanneer de oorzaak van het alarm is opgehe-
ven, wordt het relais direct gedeactiveerd (zonder
vertraging).
hoofdmenu
alarm 1
alarmwaarde
alarm 2
alarmwaarde 2 als alarm 1
doseertijdbew.
Afb. 36 "alarm" in "hoofdmenu"
1. Selecteer de regel "alarm" in het "hoofdmenu"
m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen.
2. Druk op [OK] om naar het "alarm" menu over te
schakelen.
Er zijn daar twee functies beschikbaar:
alarm
alarmwaarden
doseertijdbew.
40
alarm: uit
alarmwaarde 1
alarm: aan
(schakelpunt1)
alarmwaarde 2
(schakelpunt2)
hysterese
alarmvertraging
•
alarmwaarden: Wanneer de meetwaarde het
toegestane bereik overschrijdt, wordt het alarm-
relais geactiveerd en de alarmmelding getrig-
gerd. De rode alarm-LED begint te knipperen.
•
doseertijdbew.: Blijft de dosering binnen een
geselecteerde max. doseertijd constant op 100 %
dan wordt het alarmrelais bekrachtigd en volgt er
een alarmmelding. De rode alarm-LED begint te
knipperen.
onder-
schrijding
overschrijding
onder-
schrijding
overschrijding