Veiligheids- en instructieplaatjes
Veiligheids- en instructieplaatjes zijn duidelijk zichtbaar voor de bestuurder
aangebracht op plaatsen waar mogelijk gevaar bestaat. Een beschadigd of verloren
plaatje vervangen.
1
1
2
18
19
# 100–1704
1. Veiligheidsalarm
2. Lees de
gebruikershandleiding
3. Gevaar van verstrikt raken
4. Gevaar van bekneld raken
5. Explosiegevaar
6. Gevaar van elektrische
schokken
7. Niet graven in de buurt van
ondergrondse gas- of
elektriciteitsleidingen
9
3
10
11
12
8
2
1
21
20
22
26
2
# 93–6686
8. Motor stoppen en
contactsleutel verwijderen
alvorens de
bestuurdersplaats te verlaten
9. Wacht tot alle bewegende
delen tot stilstand zijn
gekomen
10. Draag veiligheidsschoenen
11. Draag een helm
12. Draag een veiligheidsbril
13. Houd omstanders uit het
werkgebied
14. Werktuig laten zakken
4
5
13
14
15
16
# 100–1705
23
24
1
Figuur 1
15. Indicator voor
hendelbeweging
16. Tractie-aandrijving
17. Werktuig omlaag kantelen
18. Hendel voor extra hydrauliek
in neutraal zetten
19. Start de motor.
20. Gevaar van kantelen –
overschrijden van nominale
lastcapaciteit kan instabiliteit
veroorzaken
21. Vol belast werktuig
bergopwaarts gericht houden
2
6
28
7
# 93–7275
# 100–1701
17
25
2
# 100–1702
22. Onbelast werktuig
bergafwaarts gericht houden
23. Bij geheven last niet van het
bestuurdersplatform af
stappen
24. Werktuig heffen
25. Werktuig omhoog kantelen
26. Alleen hydrauliekolie
27. Maximum lastcapaciteit
28. Gebruik nooit startvloeistof of
andere chemicaliën om de
startprestaties te verbeteren
Veiligheid
28
27
7