Inbedrijfname
7.2
In/Uitschakelen
Inschakelen
B Hoofdschakelaar (I) inschakelen.
Het controlelampje brandt groen en op de display
verschijnt de aanvoertemperatuur.
6 720 610 333-04.1O
Afb. 51
Het toestel wordt eenmalig ontlucht wan-
i
neer het voor het eerst ingeschakeld
wordt. De verwarmingspomp wordt in in-
tervallen in en uitgeschakeld. Dit duurt ca.
8 minuten. In de tekstdisplay wordt „Ont-
luchtingsfunctie" weergegeven en in het
o
display
afwisselend met de aanvoer-
o
temperatuur.
B Open de automatische ontluchter en sluit deze na
het ontluchten weer (pagina 31).
Wanneer op de tekstdisplay „sifonvulpro-
i
gramma" en op de display -II- in afwisse-
ling met de aanvoertemperatuur
verschijnt, is het sifonvulprogramma in
werking, zie hiervoor pagina 47, sifonvul-
programma.
Uitschakelen
B Hoofdschakelaar (0) uitschakelen.
32
7.3
Verwarming inschakelen
B Temperatuurregelaar verwarming
aanvoertemperatuur van de verwarmingsinstallatie
aan te passen:
– Vloerverwarming b. v. stand 3 (ca. 50˚C).
– Lage temperatuurverwarming b. v. stand E
(ca. 75˚C).
– Verwarmingsinstallaties met aanvoertemperatuur
van 90˚C: stand max lage temperatuur begren-
zing (pagina 43).
Wanneer de brander in bedrijf is brandt het controle-
lampje rood.
Afb. 52
7.4
Verwarmingsregelingen
B Weersafhankelijke verwarmingsregelaar (bv tekst-
display) op de juiste verwarmingscurve en bedrijfs-
stand instellen.
B Ruimtetemperatuurregelaars (TR...) op de gewenste
ruimtetemperatuur draaien (afb. 53).
6 720 610 296-23.2O
Afb. 53
draaien, om de
6 720 610 333-05.1O
20°C
15
25
10
30
5
6 720 611 393 NL (04.12)