Installatie
B Om het toestel tegen te hoge gasdruk te bescher-
men moet bij Propaan een drukregelaar met veilig-
heidsventiel gemonteerd worden.
B Voor het vullen en aftappen van de installatie dient op
het laagste punt van de installatie een vul/aftapkraan
gemonteerd te worden.
B Voor de condensafvoer dient een condensopvang
sifon gemonteerd te worden.
B Condensafvoerleiding van corrosievrij materiaal
monteren b.v. PVC enz.
4.3.1
Installatievoorbeeld hydraulica
6 720 611 393-11.1o
Afb. 27
AG
Expansievat (extern)
Condenswaterafvoer
Monteer de condensafvoer via een inspecteerbare,
open (≥ 2cm) verbinding. Het waterslot binnen het
toestel mag nooit als syfon (stankafsluiter) worden
beschouwd.
Het condenswater mag uit oogpunt van bevriezingsge-
vaar niet worden afgevoerd via de hemelwaterafvoer.
22
AG
4.4
Toestel monteren
Voorzichtig: Installatiespoelen om vuil
te verwijderen.
B Verpakking verwijderen, let op de aanwijzingen op de
verpakking.
B Bevestigingsmateriaal aan de gasaansluitpijp verwij-
deren.
Mantel demonteren
De mantel is met twee schroeven tegen
i
onbevoegd demonteren geborgd (elektri-
sche veiligheid).
B Borg altijd de mantel met deze
schroeven.
B Schroeven losdraaien.
B Verwijder de mantelschaal naar voren toe.
2.
Afb. 28
B Bijgepakte toebehoren uit nemen.
Bevestiging voorbereiden
B Teken de gaten aan voor het bevestigen van het toe-
stel aan de muur en boor de gaten., zie blz.(6).
B Pluggen en bouten monteren.
B Pakkingen op de nippels van de montage aansluit-
plaat leggen.
Toestel bevestigen
B Toestel op de voorbereide pijpaansluitingen zetten
en met de bijverpakte ringen en moeren op de wand
monteren.
B Wartels op de pijpaansluitingen vast draaien.
1.
6 720 611 400-03.1O
6 720 611 393 NL (04.12)