• Zet de machine na gebruik zo weg dat kinderen er niet bij kunnen. Laat de machine
altijd eerst afkoelen alvorens hem weg te zetten.
• Zet de machine na gebruik weg op een plaats waar de benzinedampen niet in aanraking
kunnen komen met open vlammen of vonken.
• Als de machine voor een lange periode wordt weggezet, laat dan de brandstoftank
helemaal leeglopen.
Het gebruik van de machine vereist geen speciale verlichting
Toch wordt een minimum aan verlichting aangeraden (bijv. 200 lux) om de aangebrachte
waarschuwingen te kunnen lezen en in ieder geval te kunnen werken zonder risico's die
het gevolg zijn van een schaarse verlichting.
16. REINIGING VAN DE MACHINE
Handel in de volgende volgorde:
Zet de motor uit en haal de bougiekabel los.
-
Maak de motor en de buitenkant van de machine schoon met een in olie gedrenkte
-
lap.
-
Maak ieder deel van de machine, en in het bijzonder de starter, het luchtfilter, de
geluidsdemper en de carburateur, zorgvuldig schoon. Het is raadzaam de instructies
in de handleiding van de motor op te volgen.
-
Maak de binnenkant van de carter die de riem bedekt (Fig. 9, Ref. D) schoon met
perslucht.
Om de binnenkant van de rotorkap (Fig. 1 Ref. H) schoon te maken, moet hij meteen
-
na gebruik, zolang hij nog vochtig is, worden gewassen met een waterstraal. Tijdens
het wassen moeten de elektrische delen van de motor, de carburateur, het luchtfilter
en de uitlaat van de geluidsdemper goed worden afgedekt en beschermd, om problemen
aan de motor te voorkomen.
Om het deel met de klepels schoon te maken moet een speciaal hulpstuk worden
-
gebruikt (houten stok).
17. SEZOENSGEBONDEN STILSTAND
Als de klepelmaaier gedurende langere periodes wordt weggezet, moet als volgt worden
gehandeld:
Parkeer de machine op een vlakke, stevige en schone ondergrond.
-
Eventuele olieresten op de ondergrond waar de machine op wordt gezet zou
-
onherstelbare schade aan de banden kunnen veroorzaken.
Haal de bougiekabel los.
-
Maak de machine goed schoon, zoals aangegeven in de paragraaf 16 "reiniging van
-
de machine".
Controleer of de schroeven en bouten goed vast zijn gedraaid.
-
Werk de delen die eventueel tijdens het gebruik bloot zijn komen te liggen bij met lak.
-
Zet de machine weg in een droge en schone ruimte.
-
Laat de brandstoftank leeglopen, en volg daarbij de instructies in de handleiding van
-
de motor nauwkeurig op.
Controleer regelmatig de bandendruk, en pomp ze op indien nodig.
-
Smeer alle bewegende delen en voer alle noodzakelijke reparaties uit.
-
33