Figuur 8
D) RIEMEN VERVANGEN EN AFSTELLEN
Als een riem versleten of gescheurd is, wordt aangeraden beide met de motor
verbonden riemen tegelijkertijd te vervangen. Als maar één of twee riemen worden
vervangen, zou dit problemen kunnen opleveren bij het afstellen daarvan.
De riem die de rotor met de klepels bedient is daarentegen helemaal onafhankelijk van
de andere, om deze riem te vervangen en af te stellen moet als volgt worden gehandeld:
D1) AANDRIJFRIEM KLEPELRONDSEL
-
Verwijder de kunststof beschermkap (Fig. 9 Ref. C) door de in figuur 9 Ref. B
aangegeven schroeven los te draaien en te verwijderen;
-
haal de veer (Ref. A Fig. 10) los van de bovenste bevestigingsschroef (Fig. 10
Ref. B), zodat de riemspanner (Ref. C Fig. 10) vrij komt en automatisch naar
beneden zakt;
-
haal de riem eraf door met de hand de onderste poelie tegen de wijzers van de klok
in te draaien (Ref. D, Fig. 10);
-
voor de montage moeten deze handelingen natuurlijk in de omgekeerde volgorde
worden uitgevoerd, waarbij er rekening mee moet worden gehouden dat zodra de
veer op zijn plaats is gezet, de riem automatisch in de optimale positie staat.
Om bij de drijfriemen en het regelmechanisme van de rotor met de klepels te komen, moet
de kunststof beschermkap (Fig. 9 Ref. D) worden verwijderd, en draai vervolgens de 4
schroeven die in figuur 9 met A zijn aangegeven, los.
26