Om de klepels te demonteren moet als volgt worden gehandeld:
1. Zet de motor uit en haal de bougiekabel los.
2. Stel de maaihoogte in op de maximale hoogte.
3. Open de beschermkap voorop.
4. Controleer de toestand van de klepels.
5. Controleer of de klepel geen scheuren vertonen, krom, zeer versleten of gebroken zijn.
Als ze in de hieronder aangegeven staat verkeren, monteer ze dan omgekeerd door ze
180° te draaien, of vervang ze.
F) KLEPELS SLIJPEN
Handel als volgt om de klepels te slijpen:
1. Draag altijd een helm, een beschermingsbril en stevige werkhandschoenen. Wees
voorzichtig bij het werk.
2. Houd de klepel stevig vast.
3. Slijp de klepel niet evenwijdig aan het snijvlak. Slijp het snijvlak niet scherp als een
scheermes, maar zorg dat er een plat vlak van 0,4 – 0,6 mm overblijft. Als het snijvlak
scherp is als een scheermes slijt hij zeer snel.
4. Slijp alle klepels op dezelfde wijze, om de rotor in evenwicht te houden.
5. Haal bij het slijpen van de klepel een dun laagje per keer weg, en sproei er water op
om hem af te koelen. Als de klepel oververhit raakt tijdens het slijpen, verliest hij zijn
harding en is hij minder tegen slijtage bestand.
6. Als bij het slijpen van de klepels de rotor niet in balans wordt gehouden, kunnen de
trillingen de machine beschadigen.
30
Figuur 15