D3) RIEM VOOR HET AANDRIJVEN VAN DE ROTOR
De riem voor het inschakelen van het klepel rondsel zou alleen vervangen moeten worden
als de riem van de voorwaartse aandrijving als eerste is vervangen (punt D2).
Verwijder de riem (Fig.12 Ref. A) door de motorriemschijf (fig.12 Ref. C) tegen de
klok in te draaien.
Leg de nieuwe riem over de grote riemschijf (fig.12 Ref. B) en vervolgens over de
motorriemschijf (Fig.12 Ref. C).
Start de motor en zorg ervoor dat de hendel "voorwaartse aandrijving" (Fig. 1 Ref. D) los
is een dat hierbij de riem niet werkt. Indien de riem wel werkt, verwijder de steunvijzen
van de riemschijf (Fig. 14 Ref. A en B) en verplaats de steun van de riemschijf in de
richting van het stuur. Schroef de vijzen terug aan en pas de parkeerrem aan (Fig. 7
Ref. C ).
Figuur 13
Figuur 12
28