(Figuur
30). Herhaal stap
nodig de spanning af.
Figuur 30
1. Voorste contramoer op
kabel
2. Achterste contramoer
2
en stel indien
g343382
3. Remkabel
Onderhoud van de
maai-eenheid
Veiligheid van de messen
•
Wees voorzichtig als u de messenkooi
van de maai-eenheid controleert. Draag
handschoenen en wees voorzichtig als u
onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de
messenkooi.
•
Versleten of beschadigde messen of ondermessen
kunnen breken en een stuk ervan kan naar u
of naar omstanders worden uitgeworpen en zo
ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
•
Controleer op gezette tijden de maaimessen
en ondermessen op overmatige slijtage en
beschadigingen.
•
Wees voorzichtig als u de messen controleert.
Draag handschoenen en wees voorzichtig als
u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de
messenkooien. De maaimessen en ondermessen
mogen alleen worden vervangen of gewet; probeer
ze nooit te rechten of eraan te lassen.
•
Wanneer u onderhoudswerkzaamheden uitvoert
aan de maaimessen, moet u zich ervan bewust
zijn dat u de maaimessen nog kunt bewegen nadat
u de stroomtoevoer hebt onderbroken.
De maai-eenheid monteren
1.
Zet de kickstandaard op de O
-
VAN DE MAAI
EENHEID
12).
2.
Verwijder het bevestigingsmateriaal waarmee de
aandrijving van de messenkooi aan de zijplaat is
bevestigd
(Figuur
31
NDERHOUDSSTAND
; zie
Kickstandaard (bladz.
31).