Montagehandleiding
6.4
Montage van het dempingselement
Het dempingselement wordt gebruikt om de eindschakelaars in de twee eindstanden van de
slede (bij slag 0 en slag max.) te schakelen en moet aan dezelfde kant als de eindschakelaars
worden gemonteerd.
Plaats het dempingselement op de slede.
Schroef het dempingselement lichtjes op de slede met de bijgeleverde M3-schroeven.
Lijn het dempingselement evenwijdig uit met de onderkant van de slede.
Het dempingselement is voorgemonteerd.
Afb. 6.26: Montage dempingselement
6.5
Instellen van de schakelafstand
De eindschakelaars werken inductief en vereisen een gedefinieerde schakelafstand tussen
eindschakelaar en dempingselement van 1 mm.
Verplaats de slede totdat het dempingselement zich boven een eindschakelaar bevindt. Lijn
het dempingselement met behulp van een voelermaat zo uit dat de schakelafstand van 1
mm wordt nageleefd. Zorg ervoor dat het dempingselement evenwijdig aan de onderrand
van de slede uitgelijnd blijft.
Draai de schroeven van het dempingselement vast. Het aanhaalmoment van de schroeven
is 1 Nm.
Als er een tweede eindschakelaar is geïnstalleerd: Beweeg de sleden tot het
dempingselement boven de tweede eindschakelaar staat en controleer met een voelermaat
of de schakelafstand van 1 mm wordt nageleefd. Corrigeer zo nodig totdat de
schakelafstand voor beide eindschakelaars aangehouden wordt.
Leg de kabel van de eindschakelaar in de onderste groef. Daar kan de kabel beschermd
worden door de groefafdekking. De afdekking van de groef is afzonderlijk verkrijgbaar, zie
paragraaf 12.4.
De schakelafstand is ingesteld.
Afb. 6.27: Afstellen van de schakelafstand met een voelermaat en vastdraaien van de
schroeven
Lineaire assen HM-S, lineaire tafels HT-S HMS_HTS-01-4-NL-2212-MA
Montage en aansluiting
Pagina 41 van 108