Montagehandleiding
Afb. 6.5: HT-S: Maximale steunafstand als functie van de kracht F
Afb. 6.6: HT-S: Maximale steunafstand als functie van de kracht F
6.1.2
Nauwkeurigheidseisen aan het referentieoppervlak
Bij de montage van de lineaire assen moet erop worden gelet dat de as op een vlakke
ondergrond wordt gemonteerd en dat de montagepunten zodanig t.o.v. elkaar worden uitgelijnd
dat de vereiste vlakheid van 0,2 mm/m wordt bereikt.
6.1.3
Montage met schuifblokken - lineaire modulen HM-S
De schuifblokken die voor elke asmaat moeten worden gebruikt, zijn te vinden in Tabel 6.1. De
schuifblokken moeten worden gerangschikt volgens Afb. 6.7 en Afb. 6.9 of Afb. 6.10 . Het
vereiste aantal schuifblokken hangt af van de externe belasting. Voor de berekening van het
vereiste aantal moet rekening worden gehouden met de in Tabel 6.1 vermelde belastingwaarden
(klemkracht per schuifblok; toelaatbare axiale bedrijfskracht in trekrichting per schuifblok). Het
minimumaantal schuifblokken vermeld in Tabel 6.1 mag niet worden onderschreden. De
schuifblokken zijn, zoals in Afb. 6.9 en Afb. 6.10 weergegeven, gegroepeerd op de
bevestigingspunten worden gepositioneerd. Daarbij moet erop worden gelet dat zich minstens
aan beide asuiteinden een bevestigingspunt bevindt en dat elk bevestigingspunt zelf de uiterste
belasting veilig overbrengt. Het aantal en de afstanden van extra bevestigingspunten moet
worden geselecteerd afhankelijk van de belastingssituatie. De L
slechts richtwaarden.
Boor de montagegaten in het montageoppervlak (afstand tussen de boringen volgens Tabel
6.1).
Reinig het montagevlak en positioneer de lineaire as op het montagevlak.
Zwenk het schuifblok in de onderste groef in.
Monteer het schuifblok voor met de schroeven met een laag aanhaalmoment.
Lineaire assen HM-S, lineaire tafels HT-S HMS_HTS-01-4-NL-2212-MA
Montage en aansluiting
z
y
-afstanden in Tabel 6.1 zijn
NX
Pagina 32 van 108