BUITENBEDRIJFSTELLING
10
Buitenbedrijfstelling
10.1
Tijdelijke buitenbedrijfstel-
ling
AANWIJZING
Materiële schade door lange stilstand-
tijden!
Bij een buitenbedrijfstelling van meerdere
maanden kunnen de banden door stil-
standsschade worden beschadigd.
► De aanhanger maandelijks één keer
bewegen om stilstandsschade van de
banden te voorkomen.
Om de aanhanger tijdelijk buiten bedrijf te
stellen moeten de volgende maatregelen
worden uitgevoerd:
► Aanhanger reinigen.
► Aanhanger op vaste en vlakke onder-
grond rijden.
► Aanhanger evt. tegen overmatige wa-
ter- en sneeuwlasten beschermen.
► Parkeerrem bedienen
.
keerrem", p. 39)
► Aanhanger tegen wegrollen beveiligen
(zie "5.1 Stopwiggen gebruiken", p. 23)
► Reminstallatie ontwateren
Persluchttank ontwateren", p. 36)
► Voor begin van de vorstperiode anti-
vriesmiddel in de remleidingen vullen
(zie "5.8 Persluchttank ontwateren", p. 36)
► Gescheiden koppelingskoppen van de
voedings- stuuraansluitingen met be-
schermkappen afsluiten.
► Neem de voorschriften met betrekking
tot de buitenbedrijfstelling van inge-
bouwde componenten van toeleveran-
ciers in acht.
ü
De aanhanger is tijdelijk buiten bedrijf
gesteld.
84
(zie "5.9.2 Par-
.
(zie "5.8
.
.
Bedieningshandleiding • Box Carrier • 505410622-02 • 05/2021
10.2
Opnieuw in bedrijf stellen
!
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen en materiële
schade door ontbrekende controle!
Na langdurig stilzetten kan de slijtagetoe-
stand van de as van de KRONE-aanhan-
ger veranderen. Het bedrijven van de as
in een technisch niet perfecte staat kan tot
ernstige ongelukken of materiële schade
leiden.
► Controle van de componenten vóór
de eerste rit uitvoeren.
► Vastgestelde gebreken vóór de rit ver-
helpen.
► Ernstige gebreken door een erkende
vakwerkplaats laten repareren.
Om de aanhanger na een tijdelijke periode
van buitenbedrijfstelling weer in bedrijf te
stellen, moeten de volgende maatregelen
worden genomen:
► Algemene visuele inspectie uitvoeren.
► Totale verlichtingsinstallatie controle-
ren.
► Bandenspanning, leeftijd en toestand
van de banden controleren.
► Functie van de reminstallatie controle-
ren.
► Functie van de luchtvering controleren.
► Smeerplaatsen smeren.
► Controle voor het wegrijden doorvoe-
ren
(zie "4.3 Ingebruikname voor iedere rit",
.
p. 21)
► Koppelingskoppen van de voedings-
stuuraansluitingen controleren of ze
schoon zijn en controleren of ze niet
lekken.
► Bijbehorende bedieningshandleidingen
voor het opnieuw in bedrijf stellen van
ingebouwde componenten van toele-
veranciers in acht nemen.
ü
De aanhanger is weer in bedrijf ge-
steld.