VEILIGHEID
Het rijden is alleen toegestaan voor perso-
nen die in het bezit zijn van het geschikte
rijbewijs. Daarnaast dienen deze personen
te zijn geïnstrueerd over:
○ de betreffende transportaanhanger
met de bijbehorende trekker,
○ de vermelde bijkomende informatie
van de toeleveranciers
rende documenten", p. 7)
○ het Duitse verkeersreglement
(Straßenverkehrsordnung, StVO) en
de regels voor het toelaten van voer-
tuigen tot het wegverkeer (Straßenver-
kehrs-Zulassungs-Ordnung, StVZO);
○ alle betreffende, in het land van ge-
bruik geldende voorschriften voor vei-
ligheid op het werk/ongevallenpreven-
tie en milieubescherming; en
○ overige veiligheidstechnische voor-
schriften, voorschriften betreffende de
gezondheid op het werk en de voor-
schriften van het wegvervoerrecht.
2.3.3
Vakman
De vakman van een vakwerkplaats is be-
voegd om de instandhoudingswerkzaam-
heden (onderhoud en reparatie) uit te voe-
ren. Erkende vaklieden moeten een erkend
onderwijsdiploma hebben of over overeen-
komstige kennis op het betreffende vakge-
bied beschikken die voor de inachtneming
van de bestaande voorschriften, regels en
richtlijnen noodzakelijk is.
2.4
Persoonlijke beschermings-
middelen
Persoonlijke beschermingsmiddelen wor-
den gebruikt om letsel te voorkomen en
worden afhankelijk van de lading bepaald
door de nationale voorschriften.
12
(zie "1.2 Bijbeho-
,
Bedieningshandleiding • Box Carrier • 505410622-02 • 05/2021
► Bij het laden en lossen geschikte per-
soonlijke beschermingsmiddelen dra-
gen.
○ Afhankelijk van de lading moeten
ogen, oren en luchtwegen met ge-
schikte beschermende uitrusting wor-
den beschermd.
○ Handschoenen en veiligheidsschoe-
nen worden over het algemeen gedra-
gen.
► De nationale voorschriften voor de per-
soonlijke beschermingsmiddelen in
acht nemen.
► Altijd een met schoon water gevulde
oogspoelfles gereed houden in de
werkomgeving.
2.5
Eigenschappen van het
transportgoed
De aanhanger is bestemd voor het trans-
port van verschillend transportgoed.
► Bekijk voor het laden of het transport-
goed wel geschikt is voor de aanhan-
ger.
2.6
Aanwijzings-, waarschu-
wings- en gebodsborden
Aan de aanhanger zijn aanwijzings-, waar-
schuwings- en gebodsborden aangebracht.
► Borden in acht nemen en opvolgen.
► Borden schoon en leesbaar houden.
► Borden niet verwijderen, oververven of
beplakken.
► Onleesbaar geworden of ontbrekende
borden direct vervangen.
Afhankelijk van de uitrusting en het ge-
bruiksdoel worden overeenkomstige picto-
grammen op de aanwijzings-, waarschu-
wings- en gebodsborden gebruikt.