Inhoudsopgave
Advertenties
De gevoeligheid instellen
U kunt de gevoeligheid selecteren op basis van het omgevingslicht. De standaard
instelling is Auto.
Gevoeligheid
Auto
De camera stelt de gevoeligheid automatisch in.
• Bij een lagere gevoeligheid wordt de opname scherper met minder ruis. Bij weinig
80
licht wordt de sluitertijd langer.
• Bij een hogere gevoeligheid is er een relatief korte sluitertijd bij slechte
160
lichtomstandigheden, zodat bewegingen van de camera slechts een beperkte
invloed op de opnamekwaliteit hebben. Opnamen kunnen echter wel ruis (vlekken)
320
bevatten.
1
Druk in de A functie of de C functie op de 3 knop.
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2
Selecteer [Sensitivity] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Wijzig de gevoeligheid met de
vierwegbesturing (23).
5
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De instelling voor Sensitivity wordt bewaard en de
camera keert terug naar de opnamestatus.
Zie Stap 6 van "Hoe de menu's te gebruiken"
(blz.45) voor andere bedieningsmogelijkheden nadat de instelling is vastgelegd.
De gevoeligheid opslaan 1blz.92
5
1
2, 3, 4
R q < I A F > ; S B J K E \ ^ C
Rec. Mode
Recorded Pixels
MENU
Quality Level
White Balance
AF Setting
AE Metering
Sensitivity
Exit
MENU
Rec. Mode
Recorded Pixels
Quality Level
White Balance
AF Setting
AE Metering
Sensitivity
MENU
Cancel
My
2560×1920
Multiple
Auto
4
My
2560×1920
Auto
80
160
320
OK
OK
87
Advertenties
Inhoudsopgave
