Het kwaliteitsniveau selecteren
De opnamekwaliteit heeft betrekking op de compressiefactor van foto's.
Hoe meer sterren, hoe lager de compressiefactor en hoe hoger de kwaliteit, maar
het bestand wordt groter. De instelling van de opnamepixels heeft ook invloed op
de bestandsgrootte (1blz.79).
Kwaliteitsniveau
C
Best
D
Beter
E
Goed
1
Druk in de A functie op de 3 knop.
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2
Selecteer [Quality Level] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Wijzig het kwaliteitsniveau met de
vierwegbesturing (23).
5
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De instelling Quality Level (kwaliteitsniveau) wordt
bewaard en de camera keert terug naar de
opnamestatus.
Zie Stap 6 van "Hoe de menu's te gebruiken" (blz.45) voor andere
bedieningsmogelijkheden nadat de instelling is vastgelegd.
Recorded Pixels (Opnamepixels) en Quality Level (Kwaliteitsniveau) 1blz.22
5
MENU
1
2, 3, 4
R q < I A F > ; S B J K E \ ^
Laagste compressiefactor. Geschikt voor fotoafdrukken.
Standaard compressiefactor. Geschikt voor weergave van opnamen
op het beeldscherm van een computer.
Hoogste compressiefactor. Geschikt om als bijlage bij e-mailberichten
te gebruiken of voor het maken van websites.
Rec. Mode
Recorded Pixels
2560×1920
Quality Level
White Balance
AF Setting
Multiple
AE Metering
Sensitivity
Auto
Exit
MENU
Rec. Mode
Recorded Pixels
2560x1920
Quality Level
White Balance
AF Setting
AE Metering
Sensitivity
Auto
Cancel
MENU
My
4
My
OK
OK
81