7
4 knop
Wijzigt de informatie die op de LCD-monitor verschijnt. (1blz.73)
8
Vierwegbesturing
De buitenrand kan in vier richtingen worden gedrukt: omhoog, omlaag, links en
rechts. Wanneer u in het midden drukt, wordt de besturing in de middelste knop
11
gewijzigd (
A functie
(23)
: Geeft het functiepalet weer. (1blz.55)
A, C functie
(45)
: Hiermee past u de belichting aan. (1blz.63)
3 knop
9
Hiermee toont u het menu [A Rec. Mode] menu of [My Menu]. (1blz.44)
([My Menu] verschijnt alleen wanneer u een functie hebt opgeslagen in
[My Menu].)
{ knop
10
Toont de functiegids. Met de vierwegbesturing (245) kunt u de volgende
functies bedienen.
Afhankelijk van de opnamefunctie kunnen mogelijk niet alle functies worden
geselecteerd wanneer de { knop wordt ingedrukt.
(2) : Selecteert de zelfontspanner (1blz.64), serie (1blz.66), multi-serie
(1blz.66), auto bracketing (1blz.68) of interval. (1blz.70)
(4) : Selecteert een flitsfunctie. (1blz.78)
(5) : Selecteert een focusfunctie. (1blz.75)
11
Middelste knop
Druk in het midden van de knop. Wanneer u op de rand drukt, omhoog, omlaag,
links of rechts, verandert de knop in de vierwegbesturing (
Het snelmenu verschijnt. (1blz.50)
).
8
).
3
41