De belichting instellen
(LW-correctie)
U kunt de algehele helderheid van de opname aanpassen.
Met deze functie kunt u opzettelijk over- of onderbelichte opnamen maken.
1
Druk in de A functie of de C functie
op de vierwegbesturing (45).
U kunt de LW-instelling wijzigen.
Kies een positieve (+) waarde voor lichte opnamen.
Kies een negatieve (-) waarde voor donkere
opnamen.
U kunt een LW-correctiewaarde kiezen tussen
–2,0 en +2,0 LW in stappen van 1/3 LW.
2
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader licht groen op wanneer de
camera heeft scherpgesteld op het onderwerp.
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Door middel van het histogram worden heldere en donkere gedeelten
weergegeven op de LCD-monitor, waardoor u de belichting kunt controleren.
(1blz.73)
De LW-correctiewaarde opslaan 1blz.92
Automatisch belichtingstrapje 1blz.68
R q < I A F > ; S B J K E \ C
2, 3
1
09/25/2004
09/25/2004
09/25/2004
+1.0
+1.0
+1.0
14:25
14 14:25
:25
EV Compensation
4
38 38 38
63