4
3. Adressering
In elk bediendeel moet een eigen individueel adres ingesteld worden:
− van 0 tot 3, indien aangesloten op een INTEGRA 24 of INTEGRA 32 alarmsysteem;
− van
0
tot
INTEGRA 128-WRL, INTEGRA 64 Plus, INTEGRA 128 Plus of INTEGRA 256 Plus
alarmsysteem.
Standaard is het adres 0 ingesteld op alle bediendelen.
Wanneer u begint kan alleen een alarmsysteem met standaard fabriekswaarden
ondersteuning geven voor alle bediendelen aangesloten op de bus, dit onafhankelijk
van de ingestelde adressen in de bediendelen. In alle overige gevallen, zal het
alarmsysteem de werking blokkeren voor alle bediendelen met identieke adressen.
De ingestelde adressen van het bediendeel bepalen de zonenummers die worden gegeven
aan de bediendeel zones (zie de I
Plus alarmsystemen).
3.1 Programmering van bediendeel adressen bij gebruik van de service functie
1. Bij gebruik van ieder ondersteund bediendeel, ga naar de service mode ([SERVICE
S
CODE]
ERVICE MODE
2. Start de functie B
.).
ADR
3. "Dit LCD adres (n, 0-x)" verschijnt in het display van alle bediendelen aangesloten op het
alarmsysteem (n – bediendeel adres; 0-x – bereik van ondersteunde adressen).
4. Voer een nieuw adres in op het geselecteerde bediendeel. De adres wijziging zal worden
bevestigd door vier korte en een lange toon.
5. Om de adres wijzig functie te beëindigen, raakt u de
automatisch beëindigd na 2 minuten vanaf het opstarten. Beëindiging van de functie is
gelijkwaardig aan het opstarten van het bediendeel (terugkeren naar het service mode
menu zal op het bediendeel gebeuren vanwaar de functie was gestart).
Fig. 3. Aansluiten bediendeel op het alarmsysteem.
7,
indien
aangesloten
NSTALLATEURSHANDLEIDING
).
.
. (S
ED
DEEL ADR
INT-KSG
op
een
INTEGRA
H
TRUCTUUR
ARDWARE
64,
INTEGRA
voor INTEGRA of INTEGRA
I
B
DENTIFICATIE
toets aan. De functie wordt
OSEC
128,
.
ED
DEEL