2
4. Sluit de draden voor aansluiting van het bediendeel op de centrale bediendeel bus aan op
de DTM, CKM en COM aansluitpunten (zie Fig. 3). De draden dienen in een kabel te
zitten.
5. Sluit de draden aan op de aansluitpunten voor additionele zones, indien er detectoren zijn
voor aansluiting daarvan. (de detectoren dienen op dezelfde manier aangesloten te
worden als de onboard zones van het alarmsysteem).
6. Sluit de voeding aan op het bediendeel (aansluitpunten +12V en COM). De voeding kan
vanuit de centrale hoofdprint worden verkregen, een uitbreiding met voeding unit
geïnstalleerd in het systeem, of vanaf een additionele voeding unit.
7. Plaats het front paneel in de vanghaken, sluit de behuizing en plaats de vastmakende
schroef.
INT-KSG
Fig. 1. Openen van de behuizing.
OSEC