Opheffen van storingen
Opheffen van storingen AQUATOP LOGON WP
Storing
106: Brontemperatuur te laag
S-W WP
106: Brontemperatuur te laag
W-W WP
107: Verwarmingsgas
compressor (B 81)
222: HD bij WP functie
Hoge druk storing
Oorzaak
Te lage uitvoertemperaturen van zoute vloeistof
(Parameter 2816, -5°C)
A1 Geringe volumestroom
A2 Sonde slecht gevuld
A3 Sonde-afstelling niet ok
A4 Schuif gesloten
A5 Pomp loopt niet
Terwijl de warmtepomp loopt en de grondwater-
retourtemperatuur op de thermostaat, die naar
de warmtepomp is ingebouwd, kleiner dan 3°C is
(parameter 2815, volgens instelling 3°C),
wordt op vorstbeveiliging ingesteld.
A
Vorstbeveiligings-thermostaat verkeerd
ingesteld of defect
B
Te gering grondwatervolumestroom
Bij het optreden van een storing resp. een
fout zet de module de betreffende eenheid
in de veiligheidstoestand.
A
Te weinig koelmiddel
B
Compressor lek
Hogedruk compressor
Hogedruk pressostaat in de koelkring is
geactiveerd. Warmte kan niet worden afgegeven.
A
gedurende warmtefunctie
A1 Slechte doorstroming
A2 Schuif gesloten
A3 Verwarmingscirculatiepomp loopt niet
A4 Overloopklep verkeerd ingesteld
A5 Verwarmingscurve te hoog ingesteld
B
Hogedrukpressostaat schakelt te vroeg bij
Bij het optreden van een storing resp. een fout
plaatst de module de betreffende eenheid in de
veiligheidspositie.
Opheffen, maatregelen
A1 Pompvermogen controleren
A2 Sonde ontluchten
A3 Doorstroming regulering instellen
A4 Schuif openen
A5 Thermorelais, fasen en relais controleren
A
Vorstbeveiligingsthermostaat op functie
controleren, eventueel goed instellen of
vervangen
B
Bij te lage grondwateruivoertemperaturen kan
de installatie niet worden gebruikt. Minimum
watertemperaturen werden niet vastgesteld.
B1 Filter op vervuiling controleren
B2 Verdamper op vervuiling controleren
B3 Bij aanwezige tussenkring de functie van de
tussenkringe controleren, platenwisselaar op
vervuiling controleren
B4 Flow-Switch op te late activering controleren
B5 Waterstand in de waterpomp en de verlaging
ervan op functie controleren
A
Koelmiddel bijvullen
B
Compressor vervangen
In deze gevallen moet de koeltechnicus worden
geroepen.
A1 Controle doorstroming verwarmd water
(.T =3-5 K)
A2 Schuif openen. Terugslagklep controleren
A3 Verwarmingscirculatiepomp weer laten
functioneren / pomp vervangen.
A4 Instelprocedure ontlastingsklep weer verrichten
A5 Verwarmingscurve verlagen
B
Indien A kan worden uitgesloten,controle bij
welke warmwater-uitvoer-temperatuur uit de
verwarmingspomp van de hogedruk-pressostaat
schakelt. Indien het schakelpunt duidelijk onder
de 65°C ligt, kan:
B1 het schakelpunt van het pressostaat te laag zijn
(de pressoraat heeft zich anders ingesteld)
B2 de hoeveelheid koelmiddel te hoog zijn. In deze
gevallen moet de koeltechnicus worden geroepen
35