Vullen van aardwarmtesonde-installaties
Vullen met antivries
Correct vullen van een aardwarmtesondekring
20
Vulkranen verwarming en zout water
De zoutcirculatie moet met een vuldruk
van 1 bar (voordruk MAG) + 0,3 bar
als zoutvoorbeeld, dus met 1,3 bar
worden gevuld.
Het temperatuurverschil tussen invoer
van het zoute water en uitvoer van het
zoute water mag gedurende het
functioneren niet hoger zijn dan 4 K.
Spoelen en vullen (Verwarmingskant).
De verwarmingskant moet eveneens
worden gespoeld en gevuld.
Daarbij moet de voordruk in het
membraanexpansievat (verwarming,
vanaf fabriek 1 bar) aan de plaatselijke
omstandigheden worden aangepast.
(statische hoogte in m*0,1 bar)
De vuldruk in koude toestand moet de
volgende waarde bedragen.
Voordruk MAG + 0,2 bar
(watervoorbeeld)
De Aquatop TC 19 en de AQUATOP TC
11 HT beschikken over 2 uitzettings-
vaten aan de verwarmingskant.
De vulling moet plaats vinden volgens
DIN EN 1717.
Attentie: waterkwaliteiten in acht nemen
VDI 2035