Het toestel activeren
De batterij opladen
LET OP
De batterij kan exploderen als deze niet correct is geplaatst of wordt blootgesteld aan vuur.
Laat geen kortsluiting ontstaan.
Geen enkel onderdeel van de batterij kan worden vervangen.
Probeer niet de behuizing van de batterij te openen.
Gebruik alleen de goedgekeurde opladers en batterijen die in de catalogus van de telefoonfabrikant staan
vermeld.
Het gebruik van andere typen opladers of batterijen kan gevaarlijk zijn of de garantie doen vervallen.
Gebruikte batterijen moeten in daartoe bestemde verzamelcontainers worden geplaatst.
Het is raadzaam de batterij uit het toestel te halen als u de telefoon langere tijd niet wilt gebruiken.
U wordt dringend aangeraden uw toestel niet aan de oplader te koppelen als er geen batterij in zit.
De lader is een veiligheidsmodel met reductietransformator. Probeer nooit om wijzigingen aan te brengen in de
lader en vervang deze niet door andere apparaten (enkele stekker, etc.).
12
Uw toestel wordt gevoed door een oplaadbare batterij.
Een nieuwe batterij moet gedurende ten minste vier uur
worden opgeladen voordat u deze kunt gaan gebruiken.
De optimale capaciteit wordt bereikt na een paar
gebruikscycli.
Als de batterij leeg is, wordt dit op het toestel aangegeven
(het pictogram Batterij leeg knippert). Laad in dit geval uw
batterij minstens 15 minuten op voordat u opnieuw
telefoneert om te voorkomen dat een telefoongesprek
voortijdig wordt afgebroken.
Ga als volgt te werk om de batterij opnieuw op te
laden:
Steek de oplader in een stopcontact.
Steek het uiteinde van de kabel in de connector op het
toestel.
De telefoon wordt opgeladen. Het lampje voor batterij
opladen knippert om aan te geven dat de batterij wordt
opgeladen. Het opladen stopt vanzelf. Haal de kabel uit
de connector en de oplader uit het stopcontact. Het kan
voorkomen dat de batterij een beetje warm wordt tijdens
het opladen. Dit is normaal.