5. Gebruik een dopsleutel van 1/2 inch en
verminder de spanning door de spanschroef
rechtsom te draaien
6. Draai de achterste bout bij het aandrijfwiel los
(Figuur
60).
7. Verwijder de moer waarmee het buitenste
voorwiel is bevestigd en verwijder het wiel
(Figuur
62).
1. Moer
2. Ring
8. Verwijder de rupsband
9. Trek de 2 grote ringen uit de buitenste wielen, 1
aan elke zijde van elk wiel
10. Verwijder oud vet en vuil uit het gebied waar de
ringen zaten en reinig de lagers in de wielen.
Vul vervolgens dit gebied aan elke kant van elk
wiel met vet.
11. Plaats de grote ringen op de wielen (bovenop
het vet).
12. Plaats de nieuwe rupsband
Opmerking:
Zorg ervoor dat de
aansluitpunten van de rupsband goed
tussen de afstandsstukken in het midden van de
kettingwielaandrijving passen.
13. Monteer het buitenste voorwiel en zet het vast
met de moer die u eerder hebt verwijderd
(Figuur
62).
14. Draai de moer vast met een torsie van 407 N·m.
15. Draai de spanschroef linksom tot ze niet meer
verder kan.
16. Lijn de dichtstbijzijnde inkeping in de
spanschroef uit met de opening van de borgbout
en bevestig de schroef met de borgbout en
moer.
(Figuur 59
en
Figuur
Figuur 62
3. Buitenste voorwiel
4. Rupsband
(Figuur
62).
(Figuur
62).
(Figuur
62).
17. Draai de achterste bout vast met een torsie van
108-122 N·m.
60).
18. Laat de machine neer op de grond.
19. Herhaal de procedure om de andere rupsband
te vervangen.
20. Rij de machine naar een horizontaal oppervlak
en parkeer de machine daar, stel de parkeerrem
in werking, schakel de motor uit en verwijder het
sleuteltje.
21. Controleer of de spanschroef niet verder kan
(Figuur
Opmerking:
losser te zitten.
22. Stel de spanning van de rupsband zo af dat
het spanblok op één lijn staat met de groene
indicator op de sticker, of 1,3 cm verwijderd is
van de achterzijde van de sleuf van de spanbuis;
zie
De spanning van de rupsbanden afstellen
(bladz.
g029760
46
61).
De rupsband komt door gebruik
44).