Tractiebediening
1. Referentiebalk
2. Tractiebediening
•
Om vooruit te rijden, beweegt u de tractiehendel
naar voren
(Figuur
•
Om achteruit te rijden, beweegt u de tractiehendel
naar achteren
(Figuur
Belangrijk:
Kijk bij het achteruitrijden
altijd achter u en houd uw handen op de
referentiebalk.
•
Voor een bocht naar rechts draait u de
tractiebediening rechtsom
Figuur 6
7).
Figuur 7
8).
Figuur 8
(Figuur
9).
Figuur 9
•
Voor een bocht naar links draait u de
tractiebediening linksom
g029289
•
Om de machine te stoppen, laat u de
tractiebediening los
Opmerking:
Hoe verder u de tractiebediening in een
bepaalde richting beweegt, hoe sneller de machine
in die richting gaat.
Hendel voor de laderarm/werktuig-
kanteling
•
Om het werktuig naar voren te kantelen, beweegt
g029285
u de hendel langzaam naar rechts
•
Om het werktuig naar achteren te kantelen,
beweegt u de hendel langzaam naar links
11).
•
Om de armen omlaag te brengen, beweegt u de
hendel langzaam naar voren
•
Om de armen omhoog te brengen, beweegt u de
hendel langzaam naar achteren
•
Om de armen omlaag te brengen naar de
zweefstand, beweegt u de hendel volledig naar
voren
(Figuur
Opmerking:
de nivelleerschuif en het hydraulische blad de
contouren van de grond volgen (bijvoorbeeld
zweven of schuiven).
g029286
g029288
16
(Figuur
10).
Figuur 10
(Figuur
6).
(Figuur
(Figuur
(Figuur
11).
Hiermee kunnen werktuigen zoals
g029287
11).
(Figuur
11).
11).