Onderhoud motor
Onderhoud van het
luchtfilter
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of
dagelijks—Controleer de
onderhoudsindicator van het
luchtfilter.
Om de 25 bedrijfsuren—Verwijder het
luchtfilterdeksel, verwijder vuil en controleer de
onderhoudsindicator van het luchtfilter.
Onderhoud van luchtfilterdeksel
en -behuizing
Belangrijk:
Vervang het luchtfilter uitsluitend als
de onderhoudsindicator rood is
het luchtfilter vervangt voordat dit nodig is, wordt
de kans dat er vuil in de motor komt wanneer u
het filter verwijdert alleen maar vergroot.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
stel de parkeerrem in werking (indien aanwezig
op de machine) en laat de laderarmen neer.
2. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
3. Open de motorkap en zet vast met de
steunstang (indien van toepassing).
4. Controleer de luchtfilterbehuizing op
beschadigingen die een luchtlek kunnen
veroorzaken. Controleer het gehele
luchtinlaatsysteem op lekken, beschadiging of
losse slangklemmen.
Vervang of repareer beschadigde onderdelen.
5. Maak de sluitingen op het luchtfilter los en trek
het luchtfilterdeksel van de luchtfilterbehuizing
(Figuur
43).
Belangrijk:
Verwijder het luchtfilter niet.
(Figuur
43). Als u
34
Figuur 43
1. Stofkap
2. Sluiting
3. Luchtfilterdeksel
6. Knijp in de zijkanten van de stofkap om deze te
openen en sla het stof eruit.
7. Reinig de binnenkant van het luchtfilterdeksel
met perslucht onder een druk van 2,07 bar.
8. Controleer de onderhoudsindicator.
•
Als het onderhoudsindicator doorzichtig is,
monteer dan het luchtfilterdeksel met de
stofkap naar beneden gericht en maak de
sluitingen vast
•
Als de onderhoudsindicator rood is, moet u
het luchtfilter vervangen zoals beschreven in
Het filter vervangen (bladz.
Het filter vervangen
Belangrijk:
U mag de motor nooit laten lopen
zonder dat het luchtfilter en het luchtfilterdeksel
zijn gemonteerd, omdat anders de motor schade
kan oplopen.
1. Schuif het filter voorzichtig uit de
luchtfilterbehuizing
Opmerking:
Zorg ervoor dat u niet met het
filter tegen de zijkant van de luchtfilterbehuizing
stoot.
Belangrijk:
Probeer het filter niet te
reinigen.
2. Controleer het nieuwe filter op scheuren,
een vettig oppervlak of beschadiging van de
rubberen afdichting. Richt een felle lichtbron op
de buitenkant van het filter en kijk in het filter; als
er gaten in het filter zijn, ziet u heldere vlekken.
Als het filter beschadigd is, mag u het niet
gebruiken.
3. Monteer het filter voorzichtig
4. Voorfilter
5. Luchtfilterbehuizing
6. Indicatielampje voor
onderhoud
(Figuur
43).
34).
(Figuur
43).
(Figuur
43).
g031236