5 Bediening
Led
A (Lucht) ...Oranje
W (Water) ...Groene
Indicator stoelvergrendeling
Het lampje van de veiligheidsvergrendeling brandt omberkleurig wanneer
de veiligheidsvergrendeling in werking is.
Opmerking: zie 5–5 Vergrendelfunctie
AAN/UIT-schakelaar koelwater
Wanneer een handstuk wordt opgepakt en deze schakelaar wordt
ingedrukt, lichten zowel LED A (lucht) als LED W (water) op, het koelwater
en de lucht komen uit het handstuk. Bij de luchtmotor of luchtturbine
wordt er geschakeld tussen nevel (zowel LED A als LED W branden) en
UIT, wanneer deze schakelaar wordt ingedrukt. Bij de elektrische scaler
wordt er geschakeld tussen alleen water (LED W brandt) en UIT wanneer
deze schakelaar wordt ingedrukt, ongeacht de modus.
Bij de micromotor, kan de 2-modus of de 4-modus worden geselecteerd
via de instelling modusselectie. Wanneer deze schakelaar wordt ingedrukt
in de 2-modusinstelling, wordt er geschakeld tussen nevel en UIT. Bij
een 4-modusinstelling, wordt er geschakeld in de hieronder aangegeven
volgorde elke keer wanneer deze schakelaar wordt ingedrukt: van nevel
naar alleen water naar alleen lucht naar UIT. Wat betreft het instellen van
de modus, zie 5–1–3 Instelprocedure functieschakelaar.
Schakelaar snelheidsinstelling elektrische motor
Twee verschillende modi, de limietmodus en de vooraf ingestelde modus,
zijn beschikbaar als modi voor de rotatiesnelheid van de micromotor.
Door deze schakelaar steeds in te drukken, wordt de snelheidsmodus
gewijzigd: Begrens snelheid → SETI → SET2 → SET3 → Begrens snelheid.
Het indicatielampje geeft de geselecteerde modus aan.
1) Schakelen naar rotatiesnelheid beperken (limietmodus)
Neem de micromotor uit de houder en druk op deze schakelaar (
de limietmodus te selecteren. Voor het selecteren van de bovengrens in
de limietmodus, druk op de plus-schakelaar (
(
). De bovenste limiet van de rotatiesnelheid van de micromotor
verandert in drie stappen (of 5 stappen).
- Bovenste limiet van rotatiesnelheid in geval van 3 stappen:
10000/20000/40000 min-1 (tpm)
- Bovenste limiet van rotatiesnelheid in geval van 5 stappen:
5000/10000/20000/30000/40000 min-1 (tpm)
Wat betreft het instellen in 5 stappen, zie 5–1–3 Instelprocedure
functieschakelaar.
2) Schakelen naar rotatiesnelheid vooraf instellen (vooraf ingestelde
modus)
Neem de micromotor uit de houder, druk op deze schakelaar (
selecteer vervolgens vooraf ingestelde modus (SET1 tot 3).
De rotatiesnelheid in deze modus kan worden gewijzigd door op de plus-
schakelaar (
) of de min-schakelaar (
Druk op de opslagschakelaar (
te slaan.
Wanneer de voetregelaar wordt ingedrukt bij het selecteren van de
vooraf ingestelde modus (SET1 tot 3), draait de micromotor op de vaste
rotatiesnelheid die op de indicator wordt aangegeven.
54
) of de min-schakelaar
) te drukken.
) om de gewijzigde rotatiesnelheid op
) om
) en