nl Reiniging en onderhoud
LET OP!
Ongeschikte reinigingsmiddelen kunnen de oppervlak-
ken van het apparaat beschadigen.
Nooit ongeschikte reinigingsmiddelen gebruiken.
▶
Geen schoonmaakmiddelen gebruiken zolang de
▶
kookplaat nog heet is. Dat kan tot verkleuring van
het oppervlak leiden.
Ongeschikte reinigingsmiddelen
¡ Onverdund afwasmiddel
¡ Reinigingsmiddelen voor de vaatwasmachine
¡ Schuurmiddelen
¡ Agressieve reinigingsmiddelen, bijv. ovensprays of
vlekverwijderaars
¡ Krassende sponzen
¡ Hogedrukreinigers of stoomapparaten
¡ Basisproducten zoals ontvettingsproducten
24.3 Kookplaat reinigen
Om te vermijden dat er kookresten inbranden, de kook-
plaat na elk gebruik reinigen.
Vereiste: De kookplaat moet koud zijn. Laat alleen bij
suikervlekken, rijstzetmeel, kunststof- of aluminiumfolie
de kookplaat niet afkoelen.
Verwijder hardnekkig vuil met een schraper voor vi-
1.
trokeramische kookplaat.
Het gehele oppervlak met een gangbare glasreini-
2.
ger besproeien en met een schone doek afnemen.
Houd de reinigingsinstructies op de verpakking
‒
van het reinigingsmiddel aan.
Met een speciale spons voor glaskeramiek kunt
‒
u goede reinigingsresultaten boeken.
Met een vochtige doek afnemen en met een
3.
schoonmaakdoekje afdrogen.
Tips
¡ Wanneer u de bodem van het kookgerei schoon
houdt, dan blijft het oppervlak van de kookplaat in
een goede conditie.
¡ Het gebruik van LED- of halogeenlampen verbetert
de lichtomstandigheden en vermijdt reflecties of
kleurverschillen op de kookplaat.
¡ Gebruik speciale reinigingsmiddelen voor de glas-
keramische kookplaat uitsluitend bij hardnekkige
verontreinigingen. Breng het reinigingsmiddel voor-
zichtig en gelijkmatig aan op de kookzone. Daarna
alle resten van het reinigingsmiddel voorzichtig met
schoon water verwijderen en het oppervlak met een
schone doek afdrogen.
24.4 Profielen reinigen
Wanneer er na het gebruik vuil of vlekken op de profie-
len bevinden, reinig deze dan.
Opmerking: Geen schraper gebruiken.
Reinigen met zeepsop en drogen met een zachte
1.
doek.
Nieuwe vaatdoekjes voor gebruik grondig uitwas-
sen.
Drogen met een zachte doek.
2.
Opmerking: Wanneer uitneembare zijprofielen aanwe-
zig zijn, gebruik dan veiligheidshandschoenen bij het
verwijderen.
22
24.5 Vetfilter
Het vetfilter filtert het vet uit de kookdamp. Het filter be-
staat uit een houder en twee uitneembare vetfilters. De
reinigingsfrequentie hangt af van de hoeveelheid en
aard van de bij het bereiden gebruikte vet. Om een op-
timale werking te waarborgen, het vetfilter bij zichtbare
afzettingen of minimaal eenmaal per maand reinigen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brand!
De vetafzettingen in de vetfilters kunnen ontbranden.
Apparaat nooit zonder vetfilter gebruiken.
▶
De vetfilters regelmatig reinigen.
▶
Nooit in de omgeving van het apparaat met open
▶
vuur werken (bijv. flamberen).
LET OP!
Eraf vallende vetfilters kunnen de eronder liggende
kookplaat beschadigen.
Met een hand onder de vetfilter grijpen.
▶
Verwijder het vetfilter.
1.
Onder in het reservoir kan zich vet ophopen. Het
‒
vetfilter niet kantelen, om lekkend vet te vermij-
den.
De onderdelen van het vetfilter demonteren.
2.
Het vetfilter in de vaatwasser of handmatig reinigen.
3.
→ "Reinig het vetfilter met de hand", Pagina 23
→ "Vetfilter in de vaatwasmachine reinigen",
Pagina 23
Indien nodig de geurfilters of de akoestische filters
4.
verwijderen en het apparaat van binnen reinigen.
Mochten er voorwerpen in het apparaat zijn beland,
5.
dan deze verwijderen en ervoor zorgen dat de toe-
voer naar het overloopreservoir niet geblokkeerd is.
Maak het inwendige van het apparaat met zeepsop
6.
en een vaatdoek schoon.
7.
Plaats na het reinigen het gedroogde vetfilter.