16 Configuratie
Als u wilt...
(2)
Thermostaat UIT
L
tijdens verwarmen
Instelvolume
(a)
UIT
Monitoring 1
Monitoring 2
(a)
Gebruik alleen in combinatie met de optionele remote sensor of
wanneer de instelling M 10 (20), SW 2, — 03 wordt gebruikt.
Instelling: Tijd om filter te reinigen
Deze instelling moet overeenstemmen met de luchtvervuiling in de
kamer. Zij bepaalt het interval waarop de melding "Time to clean
air
filter"
(tijd
om
het
gebruikersinterface verschijnt.
Voor een interval van...
(luchtvervuiling)
±2500 u (licht)
±1250 u (zwaar)
Melding AAN
Melding UIT
Instelling: Selectie thermostaatsensor
Deze
instelling
moet
overeenstemmen
thermostaatsensor van de afstandsbediening wordt gebruikt.
Wanneer de thermostaatsensor van de
afstandsbediening...
Wordt gebruikt in combinatie met de
thermistor van de binnenunit
Niet wordt gebruikt (alleen thermistor
binnenunit)
Alleen wordt gebruikt
Instelling: Omschakeling thermostaatdifferentieel (als remote
sensor wordt gebruikt)
Als het systeem over een remote sensor beschikt, de stappen voor
verhogen/verlagen instellen.
Als u de stappen wil veranderen in...
1°C
0,5°C
Instelling: Differentieel automatisch veranderen
Stel het temperatuurverschil tussen het instelpunt koelen en het
instelpunt verwarmen in de automatische stand in (beschikbaarheid
afhankelijk van het systeemtype). Het differentieel is het instelpunt
koelen min het instelpunt verwarmen.
(1)
Lokale instellingen worden als volgt gedefinieerd:
• M: Standnummer – Eerste cijfer: voor groep units – Cijfer tussen haakjes: voor afzonderlijke unit
• SW: Nummer instelling
• —: Waardenummer
•
: Standaard
(2)
Ventilatorsnelheid:
• LL: Lage ventilatorsnelheid (ingesteld bij thermostaat UIT)
• L: Lage ventilatorsnelheid (ingesteld door gebruikersinterface)
• Instelvolume: De ventilatorsnelheid komt overeen met de door de gebruiker met de ventilatorsnelheidsknop op de gebruikersinterface
ingestelde snelheid (laag, middelmatig, hoog).
• Monitoring 1, 2: De ventilator staat UIT, maar draait om de 6 minuten even met LL (Monitoring 1) of L (Monitoring 2) om de
kamertemperatuur te detecteren.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
20
(1)
Dan
M
SW
—
12 (22)
3
01
(2)
02
03
(2)
04
(2)
05
luchtfilter
te
reinigen)
op
(1)
Dan
M
SW
—
10 (20)
0
01
02
3
01
02
met
hoe/of
(1)
Dan
M
SW
—
10 (20)
2
01
02
03
(1)
Dan
M
SW
—
12 (22)
2
01
02
Als u wil ...
instellen
0°C
12 (22)
1°C
2°C
3°C
4°C
5°C
de
6°C
7°C
Instelling: Automatisch herstarten na stroomonderbreking
Afhankelijk van de behoeften van de gebruiker, kan u automatisch
herstarten na een stroompanne activeren/deactiveren.
Als u automatisch herstarten na
stroomonderbreking wil...
de
Gedeactiveerd
Geactiveerd
Instelling: Instelling T1/T2-input
Afstandsbediening is mogelijk door overdracht van de externe input
op de klemmen T1 en T2 van de klemmenstrook voor bedrading van
de gebruikersinterface en de transmissie.
F2
T1
T2
FORCED
OFF
Input A
a
Geforceerd UIT
b
Input A
Vereisten inzake bedrading
Specificatie bedrading
Draaddikte
Kabellengte
Specificatie extern contact
Deze instelling moet overeenstemmen met de behoeften van de
gebruiker.
(1)
Dan
Voorbeeld
M
SW
—
4
01
koelen 24°C/
verwarmen 24°C
02
koelen 24°C/
verwarmen 23°C
03
koelen 24°C/
verwarmen 22°C
04
koelen 24°C/
verwarmen 21°C
05
koelen 24°C/
verwarmen 20°C
06
koelen 24°C/
verwarmen 19°C
07
koelen 24°C/
verwarmen 18°C
08
koelen 24°C/
verwarmen 17°C
Dan
M
SW
12 (22)
5
a
b
Ommanteld vinylsnoer of 2-
aderige kabel
2
0,75~1,25 mm
Maximum 100 m
Contact dat de minimale
belasting van DC15V, 1 mA kan
onderbreken
VRV-systeemairconditioner
3P747532-1A – 2023.11
(1)
—
01
02
FXKQ-A