C
Aan de zijkant van de unit
d
Afvoerslang
e
Metalen klem
f
Klemring voor ophangbeugel
g
Kabelbinders
h
Schroef
i
Klemring voor ophangbeugel
j
Afdichting: Groot (afvoerleiding), middelgroot (gasleiding)
en klein (vloeistofleiding)
k
Isolatiedeel: Groot (gasleiding), klein (vloeistofleiding)
l
Afdichting (voor afdekken van de kabeldoorvoer)
12
Installatie van de unit
12.1
Installatieplaats voorbereiden
12.1.1
Vereisten inzake de plaats waar de
binnenunit geïnstalleerd wordt
INFORMATIE
Het geluidsdrukniveau is lager dan 70 dBA.
VOORZICHTIG
Toestel NIET toegankelijk voor iedereen; installeer het op
een beveiligde plaats die niet voor iedereen toegankelijk is.
Deze units, binnen- en buitenunit, zijn zowel geschikt voor
commerciële als kleinindustriële toepassingen.
▪ Zorg ervoor dat ingeval van een waterlek, het water geen schade
kan veroorzaken aan de installatieruimte en de omgeving.
▪ Kies een plaats waar het werkingsgeluid of de warme/koude lucht
van de unit geen overlast veroorzaakt en die voldoet aan de
geldende wetgeving.
▪ Afvoer. Zorg ervoor dat het condenswater goed kan worden
afgevoerd.
▪ Schemablad
voor
montage
schemablad voor montage bij de keuze van de installatieplaats.
Op het blad staan de afmetingen van de unit en de plaatsen van
de ophangbouten en de kant van de leidingaansluitingen.
▪ Afstand. Let op de volgende vereisten:
b
a
A:
A:
A:
1500
1500
150
A
Minimumafstand tot de muur
Minimum: 1,5 m aan de luchtuitblaaszijde en 150 mm
aan de andere zijden
B
Minimum- en maximumafstand tot de vloer
Minimum: 2,5 m om onopzettelijk aanraken te
voorkomen.
Maximum: 3,5 m. Zie
a
Luchtuitlaat
b
Luchtinlaat
c
Binnenunit
d
Vloer
INFORMATIE
Voor sommige opties kan extra serviceruimte vereist zijn.
Raadpleeg de montagehandleiding van de gebruikte optie
vóór de installatie.
FXKQ-A
VRV-systeemairconditioner
3P747532-1A – 2023.11
(accessoire).
Gebruik
A:
A:
150
150
(mm)
c
d
instelling" [ 4 19].
"16.1 Lokale
12.2
De binnenunit monteren
12.2.1
Richtlijnen bij de installatie van de
binnenunit
INFORMATIE
Optionele apparatuur. Lees ook de installatiehandleiding
van de optionele apparatuur bij de installatie hiervan.
Afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse, kan het
gemakkelijker zijn om eerst de optionele apparatuur te
installeren.
▪ Sterkte van het plafond. Controleer of het plafond sterk genoeg
is om het gewicht van de unit te dragen. Als er enig risico bestaat,
verstevig dan eerst het plafond en installeer dan pas de unit.
▪ Gebruik bij een bestaand plafond ankers.
▪ Gebruik bij een nieuw plafond verzonken inzetstukken,
verzonken ankers of andere lokaal voorziene onderdelen.
a
Anker
b
Plafondtegel
c
Lange moer of spanschroef
d
Ophangbout
e
Binnenunit
▪ Ophangbouten en unit. Gebruik M10-ophangbouten voor de
montage. Bevestig de ophangbeugel aan de ophangbout.
Bevestig de bout goed met een moer en vulring aan de boven- en
onderzijde van de ophangbeugel. De bijgeleverde klemring voor
de ophangbeugel (accessoire) kan worden gebruikt om te
voorkomen dat de pakking voor de ophangbeugel (accessoire)
tijdens de installatie valt. Verwijder de klemring voor de
het
ophangbeugel nadat de unit gemonteerd is.
a
Klemring voor ophangbeugel (accessoire)
b
Pakking voor ophangbeugel (accessoire)
Bovenaanzicht
a1
Bovenste moer (lokaal te voorzien)
a2
Onderste dubbele moer (lokaal te voorzien)
b
Pakking voor ophangbeugel (accessoire)
c
Ophangbeugel (bevestigd aan de unit)
d
Afmetingen sierpaneel
e
Afmetingen plafondopening
f
Afmetingen binnenunit
g
Afstand tussen hangbouten
12 Installatie van de unit
b
a
c
d
e
b
a
4×
a1
b
c
b
a2
f: A
g: B
e: C
d: D
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
(mm)
13