Inhoudsopgave
Advertenties
Problemen oplossen - Luchtmotor
OPMERKING: Om onderdelenlijsten te zoeken
voor de onderdelen die zijn geïdentificeerd in
de probleemoplossingstabellen raadpleegt u
de paginanummers in de onderstaande tabel.
1.
Voer de Drukontlastingsprocedure, pagina 11.
Probleem
De luchtmotor werkt niet en er is
geen duidelijke luchtstroom bij
de uitlaat.
De luchtmotor werkt niet en bij
beide slagen komt er een grote
hoeveelheid lucht uit de uitlaat.
Uit de achterste uitlaat blijft
lucht stromen terwijl de motor is
stilgevallen tegen het vloeistofventiel
bij een van beide slagen.
Motor staat stil in de onderste stand
terwijl bij onderste stuurventiel geen
lucht uitstroomt. Geen uitlaatlucht bij
bovenste stuurventiel.
Motor staat stil in de onderste stand
terwijl bij onderste stuurventiel
wel lucht uitstroomt. Er is wat
luchtuitstroom bij het bovenste
stuurventiel.
3A9175D
2.
OPMERKING: Bepaal of de vloeistofslang of het pistool
verstopt is door de Drukontlastingsprocedure, pagina 11.
Koppel de vloeistofslang los en plaats een container onder
de vloeistofuitlaat van de pomp om vloeistof op te vangen.
Zet de luchttoevoer zover open dat er net genoeg lucht is om
de pomp te starten. Als de pomp start, zit de verstopping in
de vloeistofslang of het pistool.
Oorzaak
Controleer de luchttoevoer.
De pomp zit vast.
Afgebrokkeld ijs uit het verdeelstuk
zit vast in het luchtventiel.
O-ring (6) van de motorzuiger is defect,
of hoofdventiel. Zie hieronder.
Defecte pakking (313) of plaat (314)
van wisselventiel.
Bij onderste stuurventiel (D) stroomt
geen lucht uit. Meestal zit er dan ijs
in het stuurventiel of in de uitlaatpoort
daarvan.
Het meetluchtgat in de zuiger (304)
van het wisselventiel zit verstopt.
Bovenste stuurventiel of fittingen
lekken lucht indien niet geactiveerd
door motorzuiger.
Problemen oplossen - Luchtmotor
Controleer eerst op alle mogelijke oorzaken en
problemen voordat u de pomp demonteert.
Voer lucht toe aan de motorinlaat.
Ontkoppel of verwijder de pomp,
om de werking van de luchtmotor te
controleren.
Schakel uit en laat lucht via de uitlaat
ontsnappen. Schuif de bovenste en
onderste handmatige activeringsknop
(R) heen en weer totdat ze gelijk komen
met de onderkant van de ventielkap
(316). Herstart de motor.
Vervang de O-ring (6) van de zuiger.
Zie Onderdelen, pagina 36.
Vervang pakking (313) en plaat (314)
van het wisselventiel.
Koppel de stuurleiding (L) van
dat stuurventiel af. Als de motor
dan overschakelt, zit het onderste
stuurventiel verstopt. Vervang het
stuurventiel en/of ontdooi het ijs
dat het luchtsignaal blokkeert.
Koppel stuurleiding (L) af. Als de motor
nog steeds niet overschakelt, zit het
meetluchtgat van het wisselventiel
verstopt. Reinig of vervang het hele
wisselventiel (304).
Draai fittingen goed vast of vervang
bovenste stuurventiel (D).
Oplossing
27
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
