De scherpstelling aanpassen
U kunt de scherpstelling handmatig
aanpassen voor verschillende
opnameomstandigheden.
Gebruik deze functie in de volgende
gevallen.
– Bij een opname van een onderwerp achter een
raam met regendruppels.
– Bij een opname van horizontale strepen.
– Bij een opname met weinig contrast tussen
het onderwerp en de achtergrond.
– Bij scherpstelling op een onderwerp in
de achtergrond.
– Bij een opname van een stilstaand onderwerp
met behulp van een statief.
1
Tijdens een opname of in stand-
by drukt u op de FOCUS AUTO/
MAN-knop B om handmatig
scherp te stellen.
9 verschijnt.
2
Draai de scherpstelring A om de
scherpstelling aan te passen.
9 verandert in
scherpstelling niet verder kan worden
aangepast en verandert in
de scherpstelling niet dichterbij kan
worden aangepast.
Automatisch aanpassen
Druk op de FOCUS AUTO/MAN-knop B om
de scherpstelling in te stellen op automatisch.
9 verdwijnt en de automatische
scherpstelling wordt ingeschakeld.
z Tips
• De informatie over brandpuntsafstand (de
afstand waarop het onderwerp is scherpgesteld,
voor wanneer het donker is en moeilijk is om
scherp te stellen) verschijnt ongeveer drie
seconden in de volgende gevallen.
– Wanneer u drukt op de FOCUS AUTO/
MAN-knop B om handmatig scherp te
stellen en 9 wordt weergegeven op het
lcd-scherm.
– Wanneer u de scherpstelring A draait terwijl
9 wordt weergegeven.
• U kunt de informatie over de brandpuntsafstand
instellen op meter of voet ([FOCUS DISPLAY],
p. 87).
Het vergrootglas voor
scherpstelling gebruiken
Het geselecteerde gedeelte op het lcd-scherm
wordt vergroot en weergegeven. Dit is handig
tijdens het aanpassen van de scherpstelling.
[FOCUS MAGNIFIER] is toegewezen aan
de ASSIGN5/FOCUS MAG-knop (p. 58).
wanneer de
wanneer
Vervolg ,
33
NL