Referentievlak (optioneel)
Het Referentievlak programma kan 15 keer
worden uitgeprobeerd. Daarna moet de licentiecode
worden ingevoerd.
Het Referentievlak programma wordt gebruikt om
punten te meten ten opzichte van een referentie-
vlak. Het kan worden gebruikt voor de onderstaande
toepassingen:
•
Het meten van een punt om de loodlijnlengte
naar het vlak te berekenen en op te slaan.
•
Het berekenen van de loodlijnlengte van het
snijpunt naar de lokale X- en Z-as. Het snijpunt
is het voetpunt van de loodrechte vector van het
gemeten punt door het gedefinieerde vlak.
•
Weergeven, opslaan en uitzetten van de coördi-
naten van het snijpunt.
Een referentievlak wordt bepaald door het meten
van drie punten in een vlak. Deze drie punten defi-
niëren een lokaal coördinatensysteem:
TPS400-5.0.1nl
•
Het eerste punt is het nulpunt van een lokaal
coördinatensysteem.
•
Het tweede punt definieert de richting van de
lokale Z-as.
•
Het derde punt definieert het vlak.
a
P2
P1
TPS800_Z147
P1
Eerste punt, nulpunt van het lokale coördi-
natensysteem
P2
Tweede punt
P3
Derde punt
90
Z
Off+
P4
P5
P3
Z
X
Y
Programma's
X
b