3. [OPSLAAN]Slaat de standplaatscoördinaten
op. Vervolgt met de invoer van de
instrumenthoogte.
4. [OK]
Instellen van de standplaats.
Als er geen standplaats was ingesteld en
geen applicatie is gestart of in "INMETEN" op [ALL]
of [REC] wordt gedrukt, dan wordt de vorige stand-
plaats ingesteld als huidige standplaats.
TPS400-5.0.1nl
Oriëntering
Bij de oriëntering kan de Hz-richting handmatig
worden ingegeven of vanuit punten met bekende
coördinaten worden ingesteld.
Methode 1: handmatige invoer
1.
Invoeren van een willekeurige Hz
oriëntering.
2. Invoeren van de Hz-richting, prismahoogte en
puntnummer.
3. [ALL]
Start de meting en stelt de oriënte-
ring in.
[REC]
Slaat de Hz-richting op en stelt de
oriëntering in.
54
Programma's